Shutterstock

De landbouw ALLEEN al zorgt voor 1,5 graad opwarming

Onze voedselproductie zorgt voor zo veel broeikasgassen dat ze de temperatuur op aarde met 1,5 graad kan opwarmen – zelfs als we stoppen met alle andere uitstoot van CO2.

Zelfs als het lukt om bij transport, energie en industrie voor 100 procent over te stappen op hernieuwbare energie, is dat niet genoeg om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad te houden.

De uitstoot van broeikasgassen uit de landbouw voor voedselproductie is zo enorm, dat alleen die ons al over die gevreesde grens kan jagen. Dat concluderen onderzoekers van de Britse universiteit van Oxford in een studie.

Koeien, tractoren en ontbossing stoten CO2 uit

In 2015 ondertekenden 196 landen het Akkoord van Parijs en verplichtten ze zichzelf daarmee tot inzet om de opwarming van de aarde onder 2 graden te houden – en het liefst onder de 1,5 graad.

Onderzoekers van Oxford concluderen dat dat meest ambitieuze doel onhaalbaar is, en dat zelfs 2 graden niet zal lukken als de voedselproductie doorgaat zoals nu. En dat is het scenario als we vanaf morgen zouden stoppen met álle andere CO2-uitstoot.

De grote uitstoot van broeikasgassen komt voort uit verschillende delen van de voedselproductie: landbouwmachines, mest, methaan uit boeren en scheten van koeien en schapen en ontbossing ten behoeve van nieuwe landbouwgrond.

Dit wordt verergerd door de groei van de wereldbevolking, en de stijgende welvaart die zorgt voor meer vraag naar vlees, zuivel en eieren, waarvan de productie meer uitstoot dan die van plantaardig voedsel. Onderzoekers noemen de situatie ‘zeer zorgwekkend’.

Meerdere strategieën nodig voor de oplossing

Maar er gloort ook hoop. De onderzoekers presenteren een reeks maatregelen die samen 67 procent kans bieden om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad te houden.

De effectiviteit in de landbouw moet verbeteren, bijvoorbeeld door investeringen en onderzoek – onder meer naar milieuvriendelijke kunstmest. Effectievere landbouw betekent ook het teruggeven van grond aan de natuur, waar bomen en andere planten CO2 kunnen opnemen.

Ook moet er minder voedsel verspild worden, en zullen consumenten moeten wennen aan plantaardige eetpatronen met minder calorieën.

Over het algemeen zeggen de onderzoekers dat we niet selectief de makkelijkste strategieën moeten uitvoeren. We hebben ze allemaal tegelijk nodig voor een merkbaar effect.