Een miljard nieuwe bomen in 2025! Dat is het doel van een van de grootste bosaanplantprojecten ter wereld, van de milieuorganisatie The Nature Conservancy. Al deze bomen worden geplant in landen als de VS, Brazilië, Mexico en China, met als doel de opwarming van de aarde af te remmen.
Op het eerste gezicht is dat logisch. Als bomen groeien, zuigen ze CO2 uit de lucht en slaan het op, zodat het niet langer als broeikasgas in de atmosfeer kan fungeren. En dat hebben we nodig.
Door onze uitstoot hebben bomen 50 procent meer kooldioxide om van te leven.
Het CO2-gehalte in de atmosfeer is 50 procent hoger dan vóór de industrialisatie – en het stijgt nog steeds, zelfs nu we ons best doen om de uitstoot te verminderen.
Toch zetten onderzoekers vraagtekens bij het effect van de aanplant van meer bossen. Tientallen jaren van onderzoek tonen aan dat de interactie tussen bossen en klimaat zeer complex is, en dat bossen de aarde zowel kunnen verkoelen als verwarmen, afhankelijk van waar ze groeien.
Het beeld wordt in de toekomst nog gecompliceerder als de planeet opwarmt en de atmosfeer nog meer CO2 vasthoudt. Als deze twee dingen veranderen, kan een bos dat vroeger koelde, ineens opwarmen.
Dit maakt de bossen tot een joker in het spel van het klimaat en de ontwikkeling daarvan – en het is een spel waarvan de regels voortdurend veranderen.

In veel landen lopen projecten om miljoenen bomen te planten – deels om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Maar het effect van de bosaanplant is onzeker.
Bomen kunnen wel honderden jaren leven, dus de beslissingen van vandaag over de locatie van nieuwe bosaanplant hebben gevolgen tot ver in de toekomst.
Bossen zijn fors gekrompen
Over het geheel genomen zijn de bossen op aarde de afgelopen 100 jaar enorm geslonken. De trend piekte in de jaren 1980, toen we 150 miljoen hectare bos verloren, gelijk aan 225 miljoen voetbalvelden – of een gebied drie keer zo groot als Spanje.
Sindsdien is de afname iets vertraagd, maar we raken nog steeds bossen kwijt. Van 2000 tot op heden hebben we tot 100 miljoen hectare bos verloren – vooral in de tropen, terwijl bossen in de gematigde delen van de wereld juist toenemen.

Sinds 2000 heeft de wereld ongeveer 25 miljoen hectare meer gematigd bos gekregen (l), maar 120 miljoen hectare tropisch bos verloren (r).
Wetenschappers schatten dat al het bos op aarde 861 gigaton koolstof heeft opgeslagen en elk jaar zeker 7,5 gigaton absorbeert – meer dan de VS uitstoot.
Tropische bossen zijn nu goed voor circa de helft van alle koolstof die in de bomen van de wereld is opgeslagen. Maar dat beeld zal veranderen als de tropische bossen blijven krimpen en de gematigde bossen blijven toenemen.
Zolang we per saldo bos verliezen, zal de koolstofopslag echter afnemen, wat leidt tot een warmer klimaat. En dat verergert de situatie, omdat een warmer klimaat de bodem uitdroogt en de kans op boomsterfte en bosbranden vergroot.
Zowel bij branden als de biologische afbraak van dode bomen komt koolstof die is opgeslagen, vrij, wat het klimaateffect van een bos volledig kan omkeren.
Bomen nemen nieuw land in
De opwarming van de aarde heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de bossen, maar laat ook bomen groeien waar het voorheen te koud was. In combinatie met de houtkap in de tropen betekent dit dat bossen zich ‘verplaatsen’ over de wereld.
De atlas van de bossen verandert
Terwijl bossen in de gematigde streken op aarde zich uitbreiden, staan tropische bossen zwaar onder druk. Ontbossing in de tropen is de belangrijkste oorzaak, maar ook de opwarming van de aarde begint een rol te spelen.

1. Tropisch woud verandert in velden
Tot 95 procent van de ontbossing op aarde vindt plaats in de tropen, waar bossen vooral moeten wijken voor de landbouw. Verder staan de tropische bossen op veel plaatsen onder druk van woestijnvorming en bosbranden.

2. Bomen gaan hoger de bergen in
Naarmate de temperatuur op aarde stijgt, trekken meer boomsoorten hoger de bergen in, waar ze voorheen niet konden gedijen vanwege de kou. In tropische bossen gebeurt dit ruim tweemaal zo snel als in gematigde streken.

3. Gematigd bos steekt de poolcirkel over
Het taigabos, dat vooral uit naaldbomen bestaat, breidt zich naar het noorden uit – tot over de poolcirkel. Door de opwarming van de aarde smelt de permafrost en is het groeiseizoen langer, waar bomen baat bij hebben.
De stijgende temperaturen en CO2-gehaltes hebben verschillende effecten op bossen. Dat blijkt uit een studie uit 2021, waarin onderzoekers van Brown University in de VS diverse scenario’s door computermodellen haalden.
Uit de simulaties blijkt dat hogere temperaturen op zichzelf al leiden tot minder bos wereldwijd. De oververhitting en uitdroging van tropisch bos leidt tot grotere verliezen dan de toename van bossen die buiten de tropen optreedt door langere groeiseizoenen.
Maar wanneer wetenschappers de stijging van CO2 in de modellen opnemen, schetsen de simulaties een veel positiever beeld. Bij een toename van 33 procent CO2 ten opzichte van nu laten de simulaties een enorme boost zien, waardoor er 23 procent meer bos in de wereld is dan vóór de industrialisatie.
Vooral de noordelijkste gematigde streken worden groener, maar ook in de drogere subtropische streken breiden de bossen zich verrassend genoeg uit. De reden is dat bomen door de overvloed aan CO2 zuiniger met hun water omspringen.
Normaal verliezen bomen veel water, dat uit hun bladeren verdampt. Deze verdamping vindt plaats via dezelfde poriën in de bladeren die bomen gebruiken om CO2 op te nemen. Als de lucht rijker wordt aan CO2, hoeven de bomen hun poriën minder te openen om het binnen te krijgen, en dat vermindert de verdamping.
Maar vanuit klimaatoogpunt is het een broos evenwicht. Zonder verdamping door bomen vormen zich minder wolken, die ook de temperatuur beïnvloeden. De wolken kaatsen veel zonnestraling terug de ruimte in, zodat die niet naar beneden komt en de planeet opwarmt.
Dus als de bomen hun water beter vasthouden en geen waterdamp leveren aan de wolken, is opwarming het resultaat.
De poolcirkel wordt groen
Een soortgelijk verschijnsel doet zich voor met de bossen in het hoge noorden, die geleidelijk de poolcirkel binnendringen.

Door de opwarming van de aarde groeien er bossen in het hoge noorden (groene gebieden). Misschien warmen ze de planeet nog meer op.
Hoewel het nieuwe Arctische bos CO2 uit de lucht absorbeert, heeft dat niet noodzakelijkerwijs een verkoelend effect op het klimaat – integendeel.
Wanneer de lichte, deels met sneeuw bedekte toendra plaatsmaakt voor donker bos, wordt minder zonnestraling naar de ruimte teruggekaatst. In plaats daarvan zullen de stralen de bomen, de lucht en het grondoppervlak opwarmen.
Nieuw bos is dus lang niet altijd goed nieuws voor het klimaat. Het effect van de bossen hangt af van waar ze groeien, welke omgeving ze vervangen, hoe warm het wordt en hoe het CO2-gehalte zich ontwikkelt – vier factoren die op elkaar inwerken.
Bos en klimaat beïnvloeden elkaar
Bossen beïnvloeden het klimaat op verschillende manieren, en kunnen zowel verkoelen als verwarmen. Verder schept de klimaatverandering nieuwe omstandigheden voor bossen, waardoor het totaalbeeld immens complex wordt.

1. Tropisch bos slaat kooldioxide op en koelt de planeet
Doordat bossen CO2 uit de lucht halen, dempen ze het broeikaseffect. Zo heeft méér bos een verkoelend effect op het klimaat – als het nieuwe bos op de juiste plekken wordt aangeplant.

2. Bosbranden verwarmen de aarde op korte termijn
In een warmer klimaat krijgen we meer bosbranden, waarbij CO2 vrijkomt en de planeet verder opwarmt. Op de lange termijn kunnen branden echter de weg vrijmaken voor nieuwe, verkoelende bostypen.

3. Bomen creëren verkoelende wolken
Veel water dat bomen uit de bodem opzuigen, verdampt via hun bladeren. De waterdamp vormt wolken die de zonnestralen terug naar de ruimte kaatsen. Dit heeft een verkoelend effect.

4. Poolwoud zorgt voor een warmer klimaat
Door het warme klimaat verspreiden de bossen zich naar het noorden. Waar vroeger sneeuw lag en de toendra licht was, staan nu donkere bomen, die meer zonnestralen absorberen. De nieuwe bossen hebben dus een opwarmend effect.
De rest van deze eeuw zal het klimaat ongetwijfeld warmer worden, wat per saldo zal leiden tot een grotere uitdroging van bossen en dus tot meer bosbranden.
Op korte termijn dragen de branden uiteraard bij tot verdere opwarming, want ze verwijderen CO2-absorberende bomen en maken de grote hoeveelheden koolstof die daarin zijn opgeslagen, vrij.
Maar op langere termijn hebben zelfs bosbranden geen duidelijk effect op het klimaat. In bostypen in de gematigde klimaatgordel kunnen branden de weg vrijmaken voor dichter bos met nieuwe soorten die verkoelender werken.
Loofbomen absorberen meer CO2
Een concreet voorbeeld is Alaska, waar branden in 2004 gebieden met sparrenbossen verwoestten. De sparren werden in de daaropvolgende jaren vervangen door snelgroeiende loofbomen als esp en berk, die beide minder brandbaar zijn en tot vijf keer zoveel koolstof opslaan.

Op korte termijn warmen bosbranden de planeet op doordat er enorm veel CO2 bij vrijkomt. Maar branden kunnen ook de weg vrijmaken voor nieuwe bossen, die na verloop van tijd meer CO2 kunnen opslaan.
Al met al hebben onderzoekers nu een zeer verwarrend beeld van de manier waarop bos en klimaat op elkaar inwerken. Maar duidelijk is dat we het risico lopen de opwarming van de aarde te vergroten in plaats van af te remmen als we op de verkeerde plaatsen bossen planten.
Een ongelukkig voorbeeld zien we al in de Israëlische Negev-woestijn, waar in de jaren 1960 4 miljoen naaldbomen zijn geplant. Volgens metingen van Israëlische onderzoekers van het Weizmann Institute of Science is het opwarmende effect van het bos groter dan het afkoelende effect.
De opslag van CO2 door de bomen kan eenvoudigweg niet compenseren dat het bos meer zonnestraling absorbeert dan de kale woestijn in het verleden deed.
50 jaar kan het duren voordat een pas aangeplant bos het klimaat niet meer opwarmt, maar afkoelt.
Gelukkig schatten onderzoekers dat het bos na verloop van tijd meer koolstof zal opslaan, waardoor het per saldo zal koelen – maar het kan wel 20 jaar duren voordat de verschuiving plaatsvindt.
Toen de bomen in het Israëlische woestijnzand werden geplant, kon niemand bedenken dat het bos de komende halve eeuw zou bijdragen aan de opwarming van de aarde – als het klimaateffect al meetelde in de jaren 1960.
Het kan vandaag de dag net zo mis gaan als bij nieuwe bosaanplantprojecten geen rekening wordt gehouden met de enorm complexe interacties tussen bos en klimaat, waar wetenschappers nog maar weinig kijk op hebben.