Wetenschappers ontdekken twee manen rond Uranus
De zevende planeet van ons zonnestelsel heeft er twee maantjes bij. Ze zijn heel klein en cirkelen op korte afstand om de verre, blauwe planeet.

Uranus heeft geen bezoek meer gehad sinds de sonde Voyager 2 er in 1986 langskwam. Desondanks hebben wetenschappers nu twee nieuwe manen rond de planeet ontdekt – dankzij diezelfde Voyager.
Onderzoekers van de University of Idaho hebben namelijk de gegevens die de Voyager in de jaren 1980 naar de aarde stuurde nog eens onder de loep genomen. Daarbij zagen ze dat er iets aan de hand was in twee van de ringen van Uranus.
Manen maken afdruk in de ringen
Uranus heeft net als Saturnus, Jupiter en Neptunus een ringenstelsel, dat uit 13 ringen bestaat. En bij de binnenste ringen van Uranus, genaamd Alpha en Beta, vonden de onderzoekers een aantal onregelmatigheden. Ze ontdekten een soort golfpatroon, dat veroorzaakt kan zijn doordat twee manen aan de ringen trekken. Daarmee komt het aantal manen van Uranus op 29.
De Voyager 2 heeft de maantjes waarschijnlijk niet gekiekt omdat ze heel klein zijn, en zo donker dat ze wegvallen tegen het pikzwarte heelal.
De manen zijn donker doordat ze vrijwel geen licht weerkaatsen.
Hubble moet vondst bevestigen
De onderzoekers Rob Chancia en Matthew Hedman vergeleken het golfpatroon in de ringen Alpha en Beta met het patroon dat twee bekende manen van Uranus, Cordelia en Ophelia, in naburige ringen veroorzaken.
De patronen bleken identiek te zijn.
Op basis van hun berekeningen voorspellen de wetenschappers dat de maantjes vrij klein zijn: tussen de 4 en 14 kilometer in doorsnee.
De vondst is nog niet bevestigd. Daartoe willen de onderzoekers de ruimtetelescoop Hubble op Uranus richten.