Uranus is een gasvormige planeet zonder vast oppervlak. Net als Neptunus heeft hij een andere samenstelling dan Jupiter en Saturnus. Daarom staan Uranus en Neptunusook wel bekend als de ‘ijsreuzen’. Hier hebben we tien weetjes verzameld over de zevende planeet van ons zonnestelsel.
1. Waar bestaat Uranus uit?
Uranus bestaat voornamelijk uit waterstof en helium, maar deze grote blauwe gasplaneet bestaat ook gedeeltelijk uit water, ammoniak en methaan.
De doorsnede van Uranus is 50.724 kilometer. Daarmee is hij de op twee na grootste planeet van ons zonnestelsel. De straal van Uranus is 25.362 kilometer en de planeet heeft een massa van 8681 × 10^25 kg – vier keer zo zwaar als de aarde.

2. De afstand tot Uranus
Uranus bevindt zich op ongeveer 3 miljard kilometer van de zon, dus 19 keer verder dan de aarde. Maar omdat de baan die Uranus rond de zon draait niet helemaal rond is, varieert de afstand tussen Uranus en de zon een beetje. De afstand tussen Uranus en de aarde schommelt tussen de 2,5 miljard en 3,1 miljard kilometer.
Uranus heeft 84 jaar nodig om één rondje om de zon te draaien en het zonlicht doet er 2,65 uur over om Uranus te bereiken. Uranus draait echter wel heel snel om zijn eigen as. Een dag duurt op deze planeet maar 17 uur.
3. De koudste atmosfeer in het zonnestelsel
Uranus heeft de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel met een minimumtemperatuur van -224 graden Celsius.
De atmosfeer van Uranus bestaat voor 83% uit waterstof, 15% uit helium en 2% uit methaan. Bovendien bevat hij ook sporen van ammoniak, ethaan, ethyn, koolstofmonoxide, water en waterstofsulfide.

4. Uranus ligt op zijn kant en draait om zijn eigen as
Ook Uranus draait om zijn eigen as, maar in tegenstelling tot andere planeten ligt de as van Uranus bijna op zijn kant.
Daarom liggen de polen van Uranus op de plaats waar bij andere planeten de evenaar ligt.
5. De ringen van Uranus
Uranus is, net als Saturnus, omgeven door ringen, maar die zijn wel veel moeilijker te zien. De ringen van Uranus werden in 1977 ontdekt.
Astronomen gaan ervan uit dat Uranus in totaal 13 ringen heeft en dat ze bijeen worden gehouden door de zwaartekracht van zogenoemde ‘herdermanen’. Tot dusver hebben we nog maar twee van deze manen gezien: Cordelia en Ophelia, die in 1986 werden ontdekt door de Voyager 2.
In mei 2007 werden de ringen van Uranus direct vanaf de zijkant geobserveerd met behulp van de Keck-II-telescoop op Hawaï. Vanuit deze hoek lijken ze op een dunne streep die slechts één keer per 42 jaar vanaf de aarde te zien is.
Uit deze observatie bleek dat de ringen allesbehalve statisch zijn. Als we ze vergelijken met de beelden van de Voyager 2 uit 1986, dan is duidelijk te zien dat de ringen zich dichter bij het planeetoppervlak bevinden, dat ze dikker zijn geworden en dat delen die voorheen leeg waren, nu gevuld zijn met materie.
6. Uranus is een gelijkmatige planeet
De enige sonde die Uranus ooit bezocht heeft, is de Voyager 2, die de planeet in 1986 passeerde op een afstand van 9,1 miljoen kilometer. De Voyager 2 onderzocht de atmosfeer van Uranus en het weersysteem dat ontstaan is vanwege de gekantelde as – een weersysteem dat onder andere bestaat uit windsnelheden van wel 900 km/h.
Uit de beelden van de Voyager 2 blijkt dat Uranus een vrij gelijkmatige planeet is. Als je heel goed kijkt, zie je een aantal vage wolkenbanden, maar die zijn lang niet zo duidelijk als bij de andere twee grote gasplaneten.

Uranus heeft 27 manen. Miranda, Ariel, Umbriel, Titania en Oberon zijn de grootste.
7. De manen van Uranus
Uranus heeft 27 manen die om de planeet draaien. Alle manen van Uranus zijn bedekt met ijs. De vijf grootste manen zijn Miranda, Ariel, Umbriel, Titania en Oberon.
Het oppervlak van de grootste maan van Uranus, Titania, is bedekt met enorme kloven en ravijnen.
8. Het regent diamanten
Al heel lang denken onderzoekers dat het diamanten kan regenen op Uranus en Neptunus.
Wetenschappers uit Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Duitsland hebben de omstandigheden op de planeten Uranus en Neptunus nauwkeurig nagebootst. En zij kwamen tot de conclusie dat het inderdaad diamanten kan regenen op deze twee grote gasplaneten.
Zoals we eerder al hebben gezien, bestaat de atmosfeer van deze planeten vooral uit waterstof en helium, maar hij bevat ook redelijk wat methaan. Door methaan in een speciale container samen te persen bij een druk van meer dan 100.000 atmosfeer en een temperatuur van meer dan 3000 graden lukte het de wetenschappers om methaan vloeibaar te maken.
Toen ze vervolgens met een laser op de kristalheldere vloeistof schenen, ontstonden er kleine zwarte deeltjes. Dit was de koolstof in het methaan, die omgevormd was tot diamanten.
Wetenschappers denken daarom dat diamanten als regendruppels naar beneden vallen.
9. Eerste planeet in duizend jaar

De Britse astronoom William Herschel ontdekte Uranus
Uranus is de eerste planeet die sinds de uitvinding van de telescoop ontdekt is. Al vanaf de oudheid kennen we de vijf planeten Mercurius, Venus, aarde, Mars, Jupiter en Saturnus.
Maar op 13 maart 1781, duizenden jaren later, ontdekte de Britse astronoom William Herschel een nieuwe planeet: Uranus.
10. Planeet vernoemd naar koning
De ontdekker van Uranus, William Herschel, wilde de planeet ‘Georgium Sidus’ noemen – de ster van George – naar de Britse koning George III.
Maar andere astronomen wilden de traditie in ere houden en de planeet vernoemen naar namen uit de Griekse en Romeinse mythologie.
De keuze viel uiteindelijk op de Griekse god Uranus, de god van de hemel en de vader van Saturnus volgens de Griekse mythologie. Uranus komt van het Griekse woord ‘ouranus’ dat ‘hemel’ betekent.
Lees meer over de andere planeten in het zonnestelsel.