Shutterstock

Bevroren aarde ontdooide door inslag planetoïde

Nu een krater van een planetoïdeninslag in Australië is gedateerd, weten we mogelijk waarom er 2 miljard jaar terug een einde kwam aan een wereldwijde ijstijd.

Vier keer maakte de aarde een mondiale ijstijd door, waarbij hij geheel met ijs was bedekt – een zogeheten sneeuwbalaarde.

Dat gebeurde bijvoorbeeld 2,4 miljard geleden, toen nieuwe zuurstofproducerende organismen de atmosfeer zo veranderden dat deze zijn broeikaseffect verloor.

De zuurstof brak de laag methaan af die de aarde tot dat moment warm hield. Circa 2,2 miljard jaar geleden ontdooide de aarde echter plotseling weer.

Geologen dachten dat dit kwam door een reeks hevige vulkaanuitbarstingen, maar nu komen onderzoekers van het Johnson Space Center in de VS met een nieuwe verklaring.

Ze bestudeerden mineralen uit de planetoïdenkrater Yarrabubba in Zuidwest-Australië.

©

Geologen dateren oudste krater ter wereld

De Yarrabubba-krater (rood) ligt in een gebied in Australië waar de aardkorst drie miljard jaar oud is (geel) . De krater is nu gedateerd op 2,229 miljard jaar oud.

Daarmee is het de oudst bekende planetoïdenkrater ter wereld, en de datering komt overeen met het moment dat een mondiale ijstijd zijn greep op de aarde verloor.

Inslag bracht de aarde in een nieuw tijdperk

De mineralen bevatten uranium, dat vervalt tot lood. Door de verhouding tussen deze twee elementen te analyseren, konden de onderzoekers de ouderdom van de mineralen bepalen.

De krater bleek 2,229 miljard jaar geleden te zijn ontstaan. Dat klopt met het moment dat de sneeuwbalaarde begon te ontdooien, en daarom denken de onderzoekers dat de inslag dit proces in gang zette.

Om het idee nader te onderzoeken berekenden ze wat er zou gebeuren als een planetoïde van 7 kilometer doorsnee zou inslaan in een ijsdek van 2 à 5 kilometer dik.

Planetoïdeninslag warmde de aarde op twee manieren op

Ruim 2 miljard jaar geleden maakte een planetoïdeninslag een einde aan een wereldwijde ijstijd. Bij de inslag kwamen grote hoeveelheden stof en waterdamp vrij, die onze bevroren planeet opwarmden.

Voor de inslag

Zonne-energie verdwijnt van de aarde
De met ijs bedekte aarde kaatst bijna alle straling van de zon terug de ruimte in. Ook de atmosfeer kon de warmte niet vasthouden, doordat het broeikaseffect heel beperkt was.

Na de inslag

Stof en damp houden de warmte vast
Door de planetoïdeninslag werd het ijs bedekt met stof, dat meer energie van de zon absorbeert. Daarnaast ging er veel waterdamp de atmosfeer in, die het broeikaseffect versterkte.

Ze ontdekten dat bij zo'n inslag stof zou worden verspreid in een straal van duizenden kilometers en dat er 500 miljard ton waterdamp hoog de atmosfeer in zou gaan.

Die zaken kunnen de aarde hebben opgewarmd. Het donkere stof op de grond zou meer zonnewarmte vasthouden en de waterdamp zou het verzwakte broeikaseffect versterken.

De inslag bracht de aarde zodoende mogelijk in een nieuwe fase, waarin leven zich verder kon ontwikkelen op ijsvrij land en in zee.