18 miljard kilometer van de aarde bevindt zich de grens tussen de enorme gasbel van elektrisch geladen deeltjes die ons zonnestelsel omgeeft en de interstellaire ruimte.
De bel zelf heet de heliosfeer en wordt gevormd door krachtige zonnewinden, die voortdurend deeltjes naar het grensgebied blazen en ons zonnestelsel beschermen tegen gevaarlijke straling.
Slechts twee vaartuigen zijn ooit door het schild van het zonnestelsel gebroken, dus het gebied is relatief onontgonnen.
Maar nu hebben data van drie NASA-vaartuigen ons meer geleerd over hoe de buitenste rand van ons zonnestelsel eruitziet. En dat is niet zo uniform als we wellicht dachten.
Plotselinge verandering maakte het mogelijk
In een nieuw onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Astronomy, bekeken onderzoekers van onder andere Princeton University data van de NASA-satelliet IBEX, die in 2009 in een baan om de aarde ging om de heliosfeer in kaart te brengen.
De onderzoekers combineerden de cijfers vervolgens met data van de tweelingsondes Voyager 1 en 2, die respectievelijk in 2012 en 2018 de heliopauze passeerden.