Natte scheikundeproef onthult – mogelijk – koolstof en stikstof op Mars
Tijdens een vorige zoektocht speurde de Curiosity naar leven door in rotsen te boren, stof te verhitten en de gassen te analyseren die daarbij vrijkwamen. Deze tests hebben eerder bewijs gevonden van leven op Mars.
De nieuwe resultaten kenden een andere aanpak, derivatisering genaamd.
De Curiosity heeft een schepje Marsgrond genomen, gezeefd en met diverse chemicaliën gemengd. Het mengsel werd in buisjes verhit en vervolgens onderworpen aan massaspectrometrie.
Zo kwam de massa van moleculen in het bodemmonster aan het licht. Die hebben de astronomen vergeleken met een database van resultaten van experimenten op aarde.
De vergelijking toonde aan dat het Marsstof van de verwaaide duinen enkele opzienbarende geheimen herbergt:
- Ammoniak en andere verbindingen met stikstof. Juist stikstof is een belangrijk bestanddeel van aminozuren, waaruit ook eiwitten en DNA zijn opgebouwd, en die daarom gelden als de bouwstenen van het leven.
- Benzoëzuur, dat koolstof bevat – de meest elementaire bouwsteen van het leven.
- Fenol en mogelijk fosforzuur. Fenol kan stammen van koolwaterstoffen als methaan. Fosforzuur kan van afgebroken DNA afkomstig zijn, maar ook van mineralen.
De uitdaging is dat de in het experiment gebruikte chemicaliën ook organische verbindingen vormen. Dus kunnen wetenschappers in dit stadium hun bevindingen niet als definitief bewijs van leven op Mars gebruiken.
Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Astronomy.
Marsmoleculen kunnen van leven stammen
De succesvolle analyses van de bodemmonsters hebben de astronomen nieuwe kennis en instrumenten gegeven om de Curiosity te helpen bij zijn zoektocht naar leven op Mars.
VIDEO: Bekijk panoramabeelden van het bezoek van de Curiosity aan de Bagnoldduinen
Als NASA leven op de planeet vindt, is dat een aanwijzing dat levensvormen in het algemeen vaak zullen ontstaan op planeten met water aan het oppervlak.
Met meer tests kunnen astronomen foutenbronnen uitsluiten en bepalen of de vondsten van de Curiosity echt restanten van biologisch materiaal zijn.
De rover van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, Rosalind Franklin, kan de resultaten volgens de onderzoekers gebruiken om na te gaan of er meer van die moleculen aanwezig zijn.
De rover zal in september 2022 vanuit Kazachstan vertrekken naar een kleivlakte ten noorden van de evenaar van Mars.