In de analysekamer van Marslander Viking borrelen belletjes radioactief gas op uit een bodemmonster dat is opgelost in voedselrijk water.
Het gas kan alleen door micro-organismen zijn gemaakt, dus de conclusie is helder: het wemelt van het leven op Mars. En het is al 45 jaar geleden gevonden – in 1976.
Dat beweerde Gilbert V. Levin, die in dat jaar de analyse van radioactief gas leidde tijdens de Viking-missie. Onderzoekers debatteren sindsdien over de bevindingen.
28 missies zijn in het kielzog van de onderzoeken naar onze buurplaneet gegaan, maar anders dan de Viking zochten ze alleen indirect naar leven.
Sondes en rovers hebben geprobeerd vast te stellen of de barre omgeving op Mars überhaupt leven zou kunnen huisvesten – en of de mens zijn oude droom van een kolonie in het rode stof wel achterna moet.
Nu zijn er drie missies aangekomen op Mars, die de erfenis van de Viking weer oppakken. Ze moeten zoeken naar aanwijzingen dat er leven op de planeet was of is.
De missies vinden plaats tussen 17 juli en 5 augustus 2020, want dan gaat het lanceervenster open: de tijd waarin de banen van de aarde en Mars perfect op elkaar aansluiten.
In 19 dagen vliegen een minihelikopter, een landingsvaartuig, twee sondes en twee rovers op onze buurplaneet af.
Het wordt zo druk dat NASA een extra communicatie-eenheid heeft opgezet om botsingen te voorkomen.
Zodra het stof is neergedaald en de vaartuigen beginnen te analyseren en boren op Mars, zal blijken of we alleen zijn in het heelal – of dat we buren kunnen verwachten wanneer we ergens in de komende vijf jaar mogelijk al een Marsbasis zullen opzetten.
Ooit was er drinkwater op Mars
Een eeuw geleden dachten astronomen dat Mars dichtbebost was, want door sommige telescopen zag de planeet er groen uit, maar toen de sondes Mariner 4 en Mariner 9 in 1965 en 1971 als eerste bij Mars kwamen en er foto’s maakten, was het duidelijk dat het eerder een rode woestenij was.
Zo heeft de planeet er echter niet altijd uitgezien. Op veel plaatsen op Mars komen structuren voor die lijken op opgedroogde rivierbeddingen, ontstaan door stromend water.
De laatste rover van NASA, Curiosity, heeft zelfs ontdekt dat een deel van het vloeibare water dat er ooit op Mars was, zoet water was dat wij mensen kunnen drinken.
🎬 50 jaar NASA-missies naar Mars:
Daartoe analyseerde de rover het gesteente in de Gale-krater op de evenaar van Mars.
Wanneer vloeibaar water in contact komt met gesteente, verandert de samenstelling van de zouten daarin, en de Curiosity vond specifieke soorten gehydrateerde zouten.
Voor dergelijke zouten is water nodig, dus daarmee was bewezen dat er ooit vloeibaar water in de Gale-krater was.
Wetenschappers hebben ook een vloeibare zee op Mars gevonden – onder het ijs van de zuidpool.
Uit radaronderzoeken van de Mars Express-sonde uit 2003 bleek dat de zee vrij veel ammoniak bevat, waardoor het water bij lagere temperaturen vloeibaar kan zijn.
En met het water is er een kans dat er leven is ontstaan in de ondergrondse zee.
File op Mars
Na publicatie van de onderzoeksresultaten en foto’s de laatste jaren is de belangstelling voor Mars toegenomen.
En waar NASA tientallen jaren bijna een monopolie had op het verkennen van de buurplaneet, wil de rest van de wereld nu echt meedoen met de race naar Mars.
Om te delen in even belangrijk als prestigieus onderzoek, maar ook om de ruimtevaarttechnologie te bevorderen en betrokken te zijn bij een potentiële kolonie en de winning van waardevolle mineralen.
Daarom vertrekken er drie missies dit jaar, bijna tegelijk vanwege de omloopbanen van Mars en de aarde.
Mars doet 687 dagen over een rondje om de zon, dus circa dubbel zo lang als de aarde.
Daarom verandert de onderlinge positie van de planeten steeds. Ingenieurs hebben berekend dat we naar Mars moeten vliegen wanneer de planeet 44 graden verder in zijn baan is dan de aarde.
🎬 Zie de Marsrover van NASA in actie
Dan kan de zwaartekracht van de zon een vaartuig het efficiëntst het zonnestelsel in slingeren, dat dan Mars kan bereiken met zo min mogelijk brandstof.
Die kans doet zich elke 26 maanden voor tijdens een zogeheten lanceervenster, en die periode zal deze zomer een van de drukste ooit zijn.
Zes vaartuigen zullen vertrekken, wat niet meer is gebeurd na 1971. En nooit eerder hebben twee landen in hetzelfde venster een rover gelanceerd, zoals nu.
Door al die lanceringen kunnen vaartuigen tegen elkaar aan botsen, of tegen sondes die al om Mars draaien.
Daarom bewaakt NASA het verkeer met behulp van het zogeheten Deep Space Network (DSN), een reeks enorme antennes op aarde die signalen opvangen van en verzenden naar vaartuigen.
Het drukke lanceervenster van 2020 wordt waarschijnlijk gevolgd door veel meer drukke vensters. De race om leven op Mars te vinden en als eerste een bemande missie naar de planeet te kunnen sturen, is serieus begonnen.
NASA mikt de komende jaren vooral op nieuwe missies naar de maan en een maanbasis als ‘springplank’ naar Mars.
Rusland en China denken erover om rechtstreeks naar Mars te vliegen, terwijl SpaceX – met het misschien wel meest ambitieuze plan – de komende vijf jaar al menselijke voeten in het rode stof wil planten
De missies hebben één ding gemeen: alle vaartuigen en technologie zijn afhankelijk van de resultaten van de drie missies die momenteel vertrekken of al zijn vertrokken.
En die drie borduren voort op alle eerdere missies. Gilbert V. Levin houdt vol dat we al in 1976 leven op Mars hebben gevonden.
Nu gaan er missies vertrekken die er uitsluitsel over kunnen geven – en de weg vrijmaken voor onze verhuizing naar de rode planeet.