Waarom vallen er op sommige dagen meer sterren?

Vallende sterren zijn niet gelijk verdeeld over het jaar. Sommige nachten vallen er meer sterren dan andere. Hoe kan dat?

Vallende sterren – Waarom zijn er op sommige dagen meer vallende sterren?

De vallende sterren die we aan de hemel zien, zijn in feite niet meer dan stofjes, die van een komeet komen. Op sommige dagen zijn het er heel veel, omdat de aarde dan de baan van een komeet kruist.

Sterrenkundigen vermoedden al dat kometen veel stof bevatten. Nadat de ruimtesonde Deep Impact in 2005 een koperen projectiel van 370 kilo op de komeet Tempel 1 afvuurde en een grote krater maakte, is dat vermoeden bevestigd.

De hoeveelheid stof die uit de inslagkrater wervelde, was zo groot dat je een komeet nog het best een ‘stofbol met ijs’ kunt noemen.

Vallende sterren bestaan uit stof van kometen

Als andere kometen een vergelijkbare samenstelling hebben, is dat de verklaring voor het verband tussen kometen en vallende sterren:

als een komeet dicht bij de zon komt, verdampt een deel van het ijs. De dampen breken in kleine geisers door de korst heen en nemen enorm veel stof met zich mee: meteorenzwermen. Op die manier worden er ontelbaar veel microscopische stofdeeltjes over de baan van de komeet verspreid.

Als de aarde de baan van een komeet kruist, raken de stofdeeltjes de atmosfeer van de aarde; binnen een paar seconden verbranden ze en zien wij vallende sterren. Ook als de komeet miljoenen kilometers weg is, ergens anders in zijn baan zit of niet eens meer bestaat.

Zie wel 100 vallende sterren per uur

Op een goede nacht kun je wel 100 vallende ‘sterren’ per uur zien – en elk lichtspoor komt dus van een stofdeeltje, dat niet groter is dan een gewoon zandkorreltje.

Lees meer over de tijd dat de meeste vallende sterren te zien zijn.