Over Saturnus
De op een na grootste planeet van het zonnestelsel, Saturnus, staat nu op één lijn met de aarde en de zon.
Dat betekent dat hij relatief dicht bij de aarde is (maar toch nog ruim 1 miljard kilometer ver), en dat de zijde die naar ons toe gekeerd is, in het zonlicht baadt.
Door die twee factoren heb je nu de beste kans van het jaar om Saturnus eens goed te bekijken.
Manen komen tevoorschijn met verrekijker
Met het blote oog lijkt Saturnus net een heldere, gele ster, maar met een verrekijker zie je al dat de planeet ovaal is – dat komt door zijn enorme stelsel van ringen van ijs en stof.
Naast die ringen kun je met wat mazzel ook de grootste maan van Saturnus, Titan, waarnemen, en heb je een grote sterrenkijker met een lens van circa 150 millimeter, dan kun je ook de manen Rhea, Tethys, Dione, Enceladus en Japetus zien.
Gids voor Saturnus

Zo ga je te werk
WAAR EN WANNEER?
Ga op 14 augustus rond middernacht naar buiten. Kijk naar het zuiden en je vindt Saturnus laag boven de horizon. Verder naar het oosten kun je onder meer de maan en Jupiter zien.
ZICHTBAARHEID VAN DE MANEN
Met een verrekijker kun je de ovale vorm van Saturnus ontwaren, en mogelijk ook zijn maan Titan, iets links van de planeet. Met een telescoop kun je meer manen rond Saturnus zien.
ZICHTBAARHEID VAN DE RINGEN
Met een kleine telescoop krijg je de ringen van Saturnus in beeld. Met een grotere telescoop zie je dat de ringen uit banden bestaan van ijsklompen met een diameter van 0,01 tot 10 meter.