Maan had zijn eigen atmosfeer
Uit nieuwe analyses van maanstenen van de Apollomissies blijkt dat onze maan ooit zijn eigen atmosfeer had, die bestond uit gassen en waterdamp.

Toen de Amerikanen in de jaren 1960 en 1970 de maan bezochten, namen ze stenen van lavarotsen mee terug.
En daar halen we nog steeds informatie uit. Recent ontdekte NASA dat er 3 à 4 miljard jaar geleden heel veel gas en waterdamp uit het borrelende binnenste van de maan werden gespuwd, die de maan zijn eigen atmosfeer gaven.
Tot dan toe werd gedacht dat de maan nooit een atmosfeer heeft gehad, omdat hij geen zwaartekracht heeft die vluchtige stoffen kan vasthouden.
De onderzoekers denken nu echter dat de maan zo veel gas spuwde, dat de atmosfeer steeds werd vernieuwd en pas 700 miljoen jaar geleden verdween.
Maanstenen duiden op atmosfeer
Ze ontdekten sporen van koolmonoxide, waterstof, zuurstof en zwavel en van andere vluchtige verbindingen in de oude stenen van de maan.
Ook brachten de onderzoekers de enorme lavavlakten op de maan in kaart en berekenden ze hoeveel gas er destijds door de vulkanische activiteit omhoogkwam.
Dat was genoeg om een atmosfeer te vormen. In het ijs rond de koude, donkere polen zijn mogelijk resten van de atmosfeer te vinden.
Dat betekent dat er misschien water, waterstof en zuurstof aan het maanoppervlak zijn.
Bombardement liet vulkanen overstromen
De maan kreeg zijn atmosfeer 4,1 tot 3,8 miljard jaar geleden.
Toen werd het zonnestelsel gebombardeerd met kometen en planetoïden, waardoor vulkanen op de maan uitbarstten.