OVER DE MAAN
De aarde bevindt zich niet midden in de baan van de maan. En de baan van de maan is niet rond, maar ovaal.
De oorzaak van deze scheefte is dat de snelheid waarmee de maan zich voortbeweegt, niet hetzelfde is als de snelheid waarmee deze naar de aarde valt.
Op een bepaald punt in zijn baan versnelt de maan en trekt hij weg van de aarde. De zwaartekracht van de aarde trekt echter aan hem en remt hem af.
Ten slotte gaat hij nog maar zo langzaam dat de maan terugvalt naar de aarde – tot de zwaartekracht van de aarde de maan weer een slinger geeft. Dan heeft de maan weer zo’n vaart dat hij zich van de aarde kan verwijderen.
Wanneer de maan in deze cyclus op zijn dichtste punt bij de aarde staat, is hij ongeveer 14 procent groter aan de hemel dan op zijn verste punt. Daardoor kun je met een verrekijker al de bodem bestuderen, die vol zit met meteorietkraters, bergketens, ravijnen en vlakten.
Let vooral op de grote donkere vlekken – op een daarvan landden in 1969 de eerste mensen op de maan.
Volg de astronauten

Kleine planeet ramde de maan
Een 250 kilometer brede protoplaneet ramde 4 miljard jaar geleden de maan. De krater liep nadien vol lava, die nu gestold is.
Meteoriet joeg stoflijnen op
108 miljoen jaar geleden sloeg een meteoriet in en wierp lange lijnen van stof op, die tot 1500 kilometer van de krater vandaan lopen.
Apollo 11 landde op blauwe lava
De Apollo 11 landde in 1969 in het zuiden van de krater vol gestolde lava. Het hoge metaalgehalte maakt de lava blauwig van kleur.