OVER DE AIRGLOW
Het lichtfenomeen airglow of lichtgloed bestaat uit een dunne, lichtgevende laag aan de horizon, die verschillende kleuren kan hebben, waarvan de eigenschappen worden bepaald door de moleculen in de lucht.
Bij airglow splitsen de luchtmoleculen zich door de intense straling van de zon.
Wanneer de moleculen ’s nachts weer bijeenkomen, geven ze een zwakke, vaak groenige of roodachtige gloed af, waardoor de nachthemel nooit helemaal zwart is.

Moleculen geven verschillende kleuren
Op circa 80 kilometer hoogte zorgt zuurstof voor groene airglow, op ongeveer 95 kilometer hoogte voor een vage, blauwe gloed en op 200-300 kilometer hoogte voor een rode tint.
Naar beneden toe, op 80-90 kilometer hoogte, kunnen zuurstof- en waterstofmoleculen ook een rode kleur geven. Een gelige airglow wordt veroorzaakt door natrium.
Onder gunstige omstandigheden kun je het verschijnsel met het blote oog waarnemen.
BEKIJK DE AIRGLOW

Zo ga je te werk
WAAR EN WANNEER?
Om airglow te zien zoek je op 20 februari een donker plekje op. Ga bijvoorbeeld een uur na zonsondergang naar buiten en je kunt het verschijnsel de hele nacht zien.
Airglow zie je meestal op een hoogte van circa 20 graden boven de horizon. Door de schuine invalshoek kijk je door een dikkere laag airglow dan wanneer je recht omhoog kijkt.
ZICHTBAAR?
Om airglow te fotograferen belicht je je foto lang, bijvoorbeeld 30 seconden. De camera vangt veel meer licht op dan het oog en geeft kleuren en structuren ook beter weer.