Verrassend veel Amerikaanse academici hebben mysterieuze objecten in de lucht gezien

Ufo’s staan bekend als een gevoelig onderwerp in de academische wereld, zegt een groep onderzoekers.

De foto, die genomen is in het Midden-Oosten, is vrijgegeven bij een NASA-hoorzitting. Links op de foto zie je een niet-geïdentificeerd luchtverschijnsel boven een drone. Het object is nog steeds niet geïdentificeerd.

© Det amerikanske forsvarsministerium / University of Virginia

Als het woord ‘ufo’ valt, reageren onderzoekers en professors vaak ongemakkelijk.

De niet-geïdentificeerde vliegende objecten worden namelijk vaak geassocieerd met dubieuze ooggetuigenverslagen van onverklaarbare verschijnselen, die door veel academici zijn bestempeld als theorieën van alu-hoedjes.

Daarom zijn de resultaten van een Amerikaans onderzoek opmerkelijk.

Uit anonieme verklaringen blijkt namelijk dat veel Amerikaanse academici denken getuige te zijn geweest van onverklaarbare verschijnselen in de lucht.

Dat geldt zelfs voor bijna een vijfde (18,9 procent) van de ondervraagde onderzoekers, aldus de studie in het tijdschrift Humanities and Social Science Communications.

En nog eens 8,7 procent antwoordde dat ze misschien zo’n verschijnsel hadden gezien.

Voor het onderzoek stuurden de onderzoekers een enquête naar de wetenschappers van 144 Amerikaanse universiteiten, die bekendstaan om hun brede scala aan onderzoeksprogramma’s en doctoraatsprogramma’s.

De onderzoekers stuurden hun vragenlijst niet alleen naar astronomen en natuurkundigen, maar ook naar onderzoekers binnen de sociale wetenschappen, geesteswetenschappen en kunst.

Vaak geen reactie

Het onderzoeksteam vroeg de wetenschappers onder meer of ze nieuwsgierig waren naar zogeheten ‘unidentified aerial phenomena’ – ofwel ‘niet-geïdentificeerd luchtverschijnselen’ (uap’s) – en hoeveel mensen denken zo’n niet-geïdentificeerd object met eigen ogen gezien te hebben.

De vragenlijst was anoniem, maar desondanks vulden maar weinig mensen hem in.

Van de bijna 40.000 mensen die de vragen per e-mail hadden ontvangen, reageerden er maar 1549.

Maar de binnengekomen antwoorden waren des te verrassender.

Zo beschreven meerdere anonieme academici dat ze als kind mysterieuze objecten in de lucht hadden gezien en ertegenaan liepen dat anderen niet geloofden wat ze hadden meegemaakt.

Of zoals een respondent het formuleerde:

‘Vroeger vertelde ik mensen erover, maar ze dachten dat ik gek was of loog – dus zwijg ik maar.’