Op 7 maart 2009 verliet de Keplertelescoop de aarde aan boord van een Delta II-raket. De sonde, die zo groot is als een bescheiden personenauto, werd de ruimte in gestuurd om exoplaneten te zoeken – dat zijn planeten die om een andere ster dan de zon draaien.
#Baan
De telescoop zit de aarde op de hielen
De telescoop draait niet in een baan om de aarde, maar om de zon. Hij volgt de aarde wel op de voet: de banen zijn bijna gelijk, maar de telescoop is iets langzamer. Daardoor neemt de afstand tot de aarde elk jaar toe. Op dit moment bevindt hij zich op zo’n 150 miljoen kilometer afstand – drie keer zo ver weg als de minimale afstand tot Mars.
#Methode
Schaduw verraadt planeten
De Keplertelescoop is uitgerust met 42 cameralenzen die samen een resolutie van 94,6 megapixels hebben – hetzelfde als drie goede spiegelreflexcamera‘s. Dankzij een ronde spiegel met een diameter van 1,4 meter kan de telescoop het zien als iemand op aarde een lampje aandoet.
De telescoop spoort exoplaneten op aan de hand van de zogeheten transitmethode. Als een planeet voor zijn ster langs trekt, wordt het licht van die ster een tikje gedempt. Kepler vangt deze piepkleine veranderingen in lichtsterkte op en brengt zo exoplaneten aan het licht.
Elk halfuur meet de telecoop de lichtsterkte van 160.000 sterren.
#Crisis
Ingenieurs moesten creatief denken
Op 14 juli 2012 trad er een fout op in een van de reactiewielen die ervoor zorgen dat de Kepler stabiel blijft. Dat was geen enorme ramp, want de drie overige reactiewielen konden het wel alleen af.
Een klein jaar later hield een tweede reactiewiel ermee op, en de ingenieurs van NASA moesten nu creatief denken. Door gebruik te maken van de druk van de zonnestralen, de laatste twee reactiewielen en de brandstof van de sonde verlengden ze de levensduur van de Kepler aanzienlijk.
Op dat moment veranderde de missie van naam: van Kepler naar K2. De nieuwe set-up is echter minder effectief dan de oude. Zeer kleine veranderingen in lichtsterkte ziet de telescoop over het hoofd, en hij kan geen 160.000 sterren tegelijk in de gaten houden.
#Resultaten
Het aantal exoplaneten rijst de pan uit
De eerste bevestigde exoplaneet werd in 1992 waargenomen, en in de jaren 1990 en 2000 ontdekten astronomen er meer, maar het ging langzaam. Pas toen de Kepler in gebruik werd genomen, explodeerde het aantal bekende exoplaneten.
In totaal is het bestaan van 3706 exoplaneten bevestigd, en de Kepler heeft daar 2649 van op zijn naam staan. Daarnaast heeft de missie 2245 kandidaat-exoplaneten opgespoord. Naar verwachting blijkt zo’n 89 procent daarvan daadwerkelijk te bestaan.
Op basis van de observaties van de Kepler schatten astronomen dat er tussen de 800 miljard en 3,2 biljoen exoplaneten zijn – alleen al in de Melkweg. Daarvan lijken er zo’n 11 miljard op de aarde: ze bevinden zich in de bewoonbare zone van een zonachtige ster.
#Vervanger
Nu is de jacht op leven geopend
Volgens plan stijgt er op 16 april 2018 een Falcon 9-raket op vanaf Cape Canaveral. Aan boord heeft de raket de splinternieuwe TESS-telescoop. Als die in een baan om de aarde is gebracht, neemt hij exoplaneten die om een rode dwerg draaien onder de loep.
De TESS kan niet zo ver kijken als de Kepler, maar hij observeert een stuk van de hemel dat 22 keer zo groot is.
De astronomen denken dat de TESS binnen twee jaar 2000 nieuwe exoplaneten kan ontdekken op een paar lichtjaar van ons vandaan. Op een daarvan wordt wellicht het eerste bewijs van leven buiten het zonnestelsel gevonden.
BRON: NASA