Door de dynamiek tussen de bewegingen van de zon en de aarde zijn er in totaal vijf lagrangepunten. Drie ervan liggen op de lijn die door het centrum van zowel de zon als de aarde gaat, en de laatste twee zijn te vinden in de baan van de aarde, een vóór en een achter onze planeet.
Zo zijn er ook vijf lagrangepunten in andere stelsels waar twee zware voorwerpen om elkaar heen draaien, zoals de zon en Jupiter of de aarde en de maan.
Telescoop keert ons de rug toe
Voor de Webbtelescoop is L2 optimaal. De telescoop heeft een groot, beschermend zonneschild dat zowel naar de aarde als naar de zon gericht is. Dit betekent dat de telescoop op L2 de thermische straling van de zon en de aarde de rug kan toekeren. Die zou anders de waarnemingen van verder weg gelegen hemellichamen verstoren.
De positie op L2 is eerder ingenomen door de satellieten WMAP en Planck, die de achtergrondstraling van het heelal in kaart brachten.
Aan de andere kant van de aarde, bij lagrangepunt L1, hebben andere satellieten hun intrek genomen. Er is een constant zicht op de zon, wat onder meer een voordeel was voor het zonne-observatorium SOHO.