Alle sterren ontstaan op dezelfde manier: een gaswolk stort in en zet de fusie in gang die de ster zijn energie levert. Als de brandstof op is, dooft de ster uit.
Maar daar houden de overeenkomsten op, want de levensduur van sterren hangt af van hun grootte.
De kleinste doven na miljarden of biljoenen jaren rustig uit, maar de grootste sterren leven kort maar krachtig en sterven in gigantische supernova-explosies.











Gaswolk wordt een ster
Een deel van een enorme gaswolk dat onder zijn eigen gewicht bezwijkt, legt de kiem voor een ster. In het hart van deze zogeheten protoster wordt de temperatuur zo hoog dat waterstofkernen gaan fuseren. Hierdoor ontstaat energie en ontbrandt de ster.
Rode dwerg: De kleintjes leven het langst
Een rode dwerg is de kleinste en meest voorkomende ster in het heelal. Zijn massa bedraagt 8 tot 60 procent van de zonnemassa en hij schijnt ruim 10 keer zo zwak als de zon.
De kleine ster doet miljarden of zelfs biljoenen jaren over zijn levenscyclus. Hij eindigt als een witte dwerg: een dode ster ter grootte van de aarde.
Gele dwerg: De zon is van middelbare leeftijd
Sterren zo groot als de zon noemen we gele dwergen. Ze zijn groter dan rode dwergen, maar leven veel korter – circa 10 miljard jaar. De zon is 4,6 miljard jaar oud, en heeft dus nog lang niet alle waterstof in zijn kern verbruikt.
Is zijn brandstof op, dan zwelt hij op tot een rode reus en eindigt hij als een witte dwerg met een zogeheten planetaire nevel eromheen.
Blauwe superreus: Grote sterren leven kort maar krachtig
Een blauwe superreus heeft een massa van minstens acht keer die van de zon. Door de enorme druk in de ster gaat de fusie zo snel dat de brandstof na miljoenen in plaats van miljarden jaren al op is.
Als de ster opbrandt, explodeert hij als een supernova, waarbij hij een krachtige lichtflits uitzendt. Wat overblijft, is ofwel een ultracompacte neutronenster, ofwel een zwart gat.
Grootste sterren: Reuzen verdwijnen spoorloos
Veel van de sterren die de hemel verlichten, behoren tot de grootste: blauwe superreuzen. Zo schijnt Rigel in het sterrenbeeld Orion 117.000 keer zo fel als de zon. Maar de helderste reuzen branden in een paar miljoen jaar op.
Sommige reuzen storten waarschijnlijk rechtstreeks in tot een zwart gat. De allergrootste kunnen exploderen als zogeheten paarinstabiele supernova’s, waarbij noch een neutronenster, noch een zwart gat overblijft.
Dode sterren vormen nieuwe
Als een ster ster dooft, eindigt meestal slechts een klein deel van zijn materie als witte dwerg, neutronenster of zwart gat. Maar de meeste materie van de dode ster bestaat uit gas en stof, die in het sterrenstelsel worden verspreid en gerecycled.
De zon is gemaakt van sterrenstof
Wolken gas en stof van dode sterren verzamelen zich en worden nieuwe sterren aan het firmament. Relatief jonge sterren als de zon bevatten de overblijfselen van eerdere generaties sterren.