Niets heeft de menselijke verbeelding zo geprikkeld als de nachtelijke hemel. Want de sterren zijn er altijd al geweest – om de weg te wijzen, te inspireren tot grote ideeën of ons te imponeren met hun eindeloze, prachtige licht.
Ben jij ook gefascineerd door de hemellichamen op een wolkeloze avond, maar weet je niet precies wat wat is? Gebruik dan deze gids voor beginnende sterrenkijkers.
Voor sommige hemellichamen heb je een verrekijker nodig, maar de meeste zijn met het blote oog te zien. Stel jezelf de volgende eenvoudige vragen om de bezienswaardigheden aan de nachtelijke hemel te identificeren.
Beweegt het?
Als het object langzaam en met gelijkmatige snelheid beweegt, heb je waarschijnlijk geen nieuwe komeet of meteoor ontdekt.
Je ziet dan een vliegtuig (met name bij groen of rood knipperend licht) of een satelliet (als het in een stabiele lijn langs de hemel beweegt).
Als het object eruitziet als een plotselinge flits met een lichtgevende staart, heb je een vallende ster ofwel meteoor te pakken en kun je, als je bijgelovig bent, een wens doen.
Vallende sterren zijn eigenlijk geen sterren, maar meteoroïden die om de zon draaien en in het gravitatieveld van de aarde worden gezogen. Als ze in onze atmosfeer terechtkomen, versnellen ze enorm, waardoor ze in een kleine lichtflits verbranden.
Als de meteoroïde groot genoeg is, brandt hij langer aan de hemel en wordt hij een bolide of vuurbal genoemd.
Overleeft een deel van de meteoroïde de reis door de atmosfeer en komt hij op aarde terecht, dan heet dit een meteoriet.

Meteoren hebben een heldere staart, die een paar seconden zichtbaar blijft.
Is het een heldere stip?
Als het licht een bewegingsloos stipje is, als een speldenknop van licht aan de hemel, is het met 99 procent zekerheid een ster.
Bijna alle hemellichamen die we met het blote oog kunnen zien, zijn sterren – vergelijkbaar met de zon, maar minstens 100.000 keer verder weg en van verschillende grootten.
Als het helder is en je goede ogen hebt, kun je soms ook planeten zien. Vijf van onze zeven buurplaneten – Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus – zijn met het blote oog zichtbaar, maar zelden meer dan drie tegelijk.
Sterren lijken te knipperen (doordat hun licht onvoorstelbaar ver door de ruimte reist), maar planeten doen dit niet. Zo houd je ze uit elkaar.
Door een verrekijker kun je vijf manen zien. Zonder is alleen onze eigen maan zichtbaar. De andere vier draaien om Jupiter, die wel 79 manen heeft.
In theorie is de planetoïde Vesta ook met het blote oog zichtbaar, maar om die te vinden moet je zijn baan kennen en moet het extreem helder zijn. Planetoïden zijn objecten die om de zon draaien, meestal ergens tussen Mars en Jupiter.

Is het een vlek of wolk van licht?
Als je aan de sterrenhemel een licht ziet dat oogt als een wolk, nevel of lichtvlek, kijk je misschien naar iets zeldzaams.
Heeft de vlek een staart van licht, dan gaat het waarschijnlijk om een komeet. Niet alle kometen hebben echter een staart, de meeste vormen wazige wolken van licht tussen de sterren.
Kometen draaien net als planeten en planetoïden om de zon, maar hun banen zijn onregelmatiger, waardoor ze soms dicht bij de zon komen. Dan kun je ze zien.
De staart ontstaat doordat de zon gas- en stofdeeltjes van de komeet verhit, die daarbij vrijkomen.

De komeet Halley passeerde de aarde in 1986 en komt pas in 2061 weer terug.
Als het object op een nevel van sterrenlicht lijkt, kan het een sterrenhoop zijn.
Zoals de naam al zegt, is dit een verzameling van sterren die vrij dicht bij elkaar staan.
Met het blote oog is de open sterrenhoop het Zevengesternte (of de Plejaden) zichtbaar, net als de bolvormige Omega Centauri – maar alleen op het zuidelijk halfrond.
Er zijn twee soorten sterrenhopen:
- Open
- Bolvormig
In een open sterrenhoop staan de sterren minder dicht bij elkaar dan in een bolvormige sterrenhoop. Een open sterrenhoop staat wel dichter bij ons en de zon, waardoor je de afzonderlijke sterren met een verrekijker of telescoop kunt zien.
Bij de bolvormige variant kan dat niet.
Als het object een waas van licht lijkt, is het mogelijk een nevel of gaswolk.
Deze staan vaak duizenden lichtjaren van de aarde, maar sommige zijn met het blote oog te zien. Het bekendst en het makkelijkst te vinden is de Orionnevel.
Uit nevels en gaswolken ontstaan nieuwe sterren, net zoals ons zonnestelsel dat zo’n 4,5 miljard jaar geleden deed.

De Orionnevel.
Als het licht op een vage ster lijkt, kan het een sterrenstelsel zijn.
Onze beroemdste buur is het Andromedastelsel, dat elke nacht minstens één keer oplicht aan de hemel. Hij ziet eruit als een lichtvlek ter grootte van een vollemaan.
Je kunt ook dieper onze eigen Melkweg in kijken. Tijdens heldere nachten zijn de sterren dichter bij het centrum van de Melkweg feller. Dit ziet eruit als een losse deken van melkwit licht.