In de avond van 24 maart vind je de zeer zwakke maansikkel in het westen, en vlak daaronder zie je wat lijkt op een felle ster. De fonkelende stip is echter geen ster, maar onze buurplaneet Venus.
Als je hem met een gewone verrekijker bekijkt, zie je dat hij niet helemaal rond is, omdat hij – net als de maan – slechts deels door de zon wordt verlicht. Aan de andere kant van de maan vind je Uranus, die wat moeilijker te zien kan zijn.
Maar met een gewone verrekijker zou het moeten gaan. Het licht van Uranus is zwak, doordat hij zeker 3 miljard kilometer van ons verwijderd is, terwijl Venus ‘slechts’ 185 miljoen kilometer ver is.
Je kunt Uranus herkennen aan zijn blauwige kleur, die veroorzaakt wordt door het methaan in zijn atmosfeer.