Sterren stralen veel licht uit doordat hun oppervlak zo heet is. En de temperatuur is af te lezen aan de kleur van de ster.
Net zoals ijzer bij verhitting van roodgloeiend naar blauwig of witgloeiend kan gaan, zo zullen de koudste sterren rood zijn en de heetste een blauwe tint hebben.
Meting van de temperatuur is een van de beste methoden om kennis over de sterren op te doen, want door de temperatuur te vergelijken met de energie-uitstraling van de ster, die ook iets zegt over zijn omvang, kunnen de onderzoekers achterhalen wat voor type ster het is en hoe veel tijd hij er in zijn bestaan al op heeft zitten.