Over de Helixnevel
Circa 700 lichtjaar van de aarde staat de Helixnevel: een bonte sterrennevel met de vorm van een oog. De afstand tot de nevel is relatief kort gezien de totale afmeting van ons sterrenstelsel van ongeveer 200.000 lichtjaar.
Daarom is de Helixnevel tot in detail bestudeerd. Uit onderzoek blijkt dat het om een zogeheten planetaire nevel gaat: een sterrennevel die is ontstaan toen een middelgrote ster aan zijn eind kwam.
Grote sterren sterven als supernova, maar middelgrote sterren, waar onze zon een voorbeeld van is, gaan op een andere manier ten onder.
Infrarood licht toont binnenste

In het midden vinden we een witte dwerg: de resten van de kern van een dode ster.
Om het centrum heen ligt een schil van materie, mogelijk het verpulverde planetenstelsel van de gestorven ster.
Komeetachtige klompjes in de nevel zijn mogelijk planeetresten.
Aan de buitenkant bevindt zich sterrenstof, dat de stervende ster heeft weggeslingerd.
De sterrennevel is langwerpig vanwege botsingen met gas en stof die zich buiten de nevel bevinden.
Wanneer alle waterstof in de kern is opgebruikt, zwellen ze op, en uiteindelijk slingeren ze hun buitenste laag materie het heelal in.
Het binnenste van de ster blijft achter als een witte dwerg. Deze witte dwerg kent geen waterstoffusie meer in de kern, maar zendt toch veel straling uit, waardoor de omliggende resten van de ster in allerlei bonte kleuren oplichten.
Astronomen hebben becijferd dat de Helixnevel zo’n 10.610 jaar geleden ontstaan is en nemen aan dat onze zon over iets meer dan 5 miljard jaar ook zo’n nevel zal vormen.