De New Horizons heeft Pluto bereikt

Na een reis van negen jaar kan de New Horizons aan de verkenning van Pluto beginnen. De New Horizons zit vol meetapparatuur en is er klaar voor. Vanaf 12.500 km zal de kleine ruimtesonde de eerste close-ups van de ijskoude dwergplaneet maken.

New Horizons Rumsonde

ANIMATIE: Bekijk de animatie die NASA maakte van de tocht van de ruimtesonde New Horizons door de atmosfeer van de aarde en langs Jupiter, en de aankomst bij Pluto.

Reis van New Horizons naar Pluto duurt negen jaar

Negen jaar. Zo lang was de ruimtesonde New Horizons onderweg naar Pluto. Nu is het kleine vaartuig eindelijk aangekomen.

De ruimtesonde New Horizons is zo groot als een piano, maar bevat een minilaboratorium om Pluto te documenteren en te analyseren. Zeven vitale instrumenten fotograferen de dwergplaneet, meten de temperatuur en de chemische samenstelling van het oppervlak en de atmosfeer, registreren zonnewinden en verzamelen deeltjes, terwijl de geavanceerde communicatieapparatuur de gegevens naar de aarde stuurt.

De New Horizons zal niet alleen de eerste scherpe foto's van Pluto maken, maar ook onderzoek doen naar het ontstaan van de planeten van ons zonnestelsel.

Pluto verstoorde Neptunus

Pluto werd in 1930 ontdekt door de jonge astronoom Clyde Tombaugh.

Ongeveer een jaar lang had Tombaugh de ruimte vrijwel onafgebroken gefotografeerd met een telescoop. Hij was op zoek naar de mysterieuze Planeet X, die de baan van Neptunus verstoorde.

Via een zogeheten blinkcomparator vergeleek Tombaugh zijn foto's, en zo bracht hij de bewegingen van de hemellichamen in kaart.

De New Horizons werd op 18 januari 2006 gelanceerd vanaf het Cape Canaveral Air Force Station in Florida.

Op 18 februari 1930 viel Tombaughs oog op een klein stipje dat in de loop van januari dichter bij het sterrenbeeld Tweelingen was komen te staan. Hij had Pluto ontdekt.

Pluto krijgt zijn eerste bezoek van de New Horizons

De ontdekking van Pluto riep allerlei vragen op.

In de jaren na de ontdekking probeerden de astronomen meer te weten te komen over de dwergplaneet, maar hun berekeningen van zijn grootte, massa en samenstelling waren uiterst onnauwkeurig.

In het begin dachten wetenschappers dat Pluto ongeveer de massa van de aarde had, maar later kwamen ze daarop terug. Pas toen in 1978 Charon ontdekt werd, de grootste maan van Pluto, konden ze de massa van de dwergplaneet berekenen, die maar 0,2 procent van die van de aarde bleek te zijn.

Pluto is met een diameter van zo'n 2390 kilometer kleiner dan de maan, die een diameter van 3476 kilometer heeft.

Toen het formaat van Pluto bekend was, vroegen de geleerden zich af of je wel van een planeet kon spreken. Na jarenlang gebakkelei besloot de organisatie International Astronomical Union in 2006, zeven maanden na de lancering van de New Horizons, dat Pluto niet als een planeet beschouwd kon worden. Voortaan was het een dwergplaneet.

Omdat Pluto tot nu toe nog nooit bezoek gehad heeft van een ruimtevaartuig, is er weinig bekend over het uiterlijk van de dwergplaneet. Een ruimtesonde met bestemming Pluto is dan ook een langgekoesterde wens van astronomen.

New Horizons-project duurde 17 jaar

De ruimtesonde New Horizons werd op 19 januari 2006 gelanceerd door de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA.

De ontwikkeling van de ruimtesonde duurde 17 jaar en vanaf een jaar voor de lancering werd er 24 uur per dag aan de sonde gewerkt. De technologie werd uitgebreid getest, zodat eventuele fouten op tijd hersteld konden worden.

De New Horizons werd hierbij ook blootgesteld aan de krachten die hij tijdens zijn reis van miljarden kilometers door de ruimte zou ondervinden. De trillingen tijdens de lancering zijn te vergelijken met een blik verf dat in de mengmachine door elkaar geschud wordt. De kleine sonde moest daarom in een enorme vibratiemachine.

De ontwikkeling van de ruimesonde New Horizons duurde 17 jaar. Het laatste jaar werd 24 uur per dag aan de instrumenten gewerkt.

Ondanks de lange voorbereidingstijd was er geen seconde te verliezen: de sonde moest op tijd gelanceerd worden.

In januari 2006 deed zich namelijk de beste gelegenheid in 200 jaar voor om Pluto te bereiken: Jupiter kon de New Horizons dankzij zijn positie een duwtje in de rug geven.

Jupiter hielp de New Horizons een handje

Met een snelheid van 59.000 kilometer per uur begon de lichtste en snelste ruimtesonde aller tijden, de New Horizons, aan zijn reis van 4,3 miljard kilometer.

Na negen uur passeerde de kleine ruimtesonde de maan, en vervolgens zette hij koers naar Jupiter.

In februari 2007 bereikte de sonde Jupiter, die hem een duwtje in de rug gaf, waardoor zijn snelheid toenam tot 83.600 kilometer per uur.

Ondanks deze extreem hoge snelheid had de New Horizons vier maanden de tijd om Jupiter te observeren. Hij onderzocht de magnetische staart van de planeet en nam voor het eerst bliksem aan de polen waar.

New Horizons op een laag pitje gezet

Na zijn bezoek aan Jupiter werden de instrumenten van de New Horizons op een laag pitje gezet om energie te besparen voor de lange reis.

Pas in december 2014 werd de ruimtesonde weer tot leven gewekt.

Een maand later waren de instrumenten warm genoeg en konden ze de zes maanden durende nadering van Pluto vastleggen.

De gegevens van de sonde moeten niet alleen duidelijk maken hoe Pluto eruitziet, maar ook licht werpen op het ontstaan van de aarde en het hele zonnestelsel uit gas- en stofwolken.

New Horizons gaat door

Na het bezoek aan Pluto en de manen van Pluto gaat de sonde door naar de Kuipergordel in het buitenste zonnestelsel, die uit relatief kleine kometen, planetoïden en dwergplaneten bestaat.

Meerdere andere ruimtesondes staan op dit moment in de startblokken om de planeten van het zonnestelsel te onderzoeken.