Shutterstock

Drone gaat leven zoeken op maan van Saturnus

Rotsen van ijs en rivieren van vloeibaar methaan. Dat is de realiteit op de ijsmaan Titan, waar de nucleaire drone Dragonfly nu naar tekenen van leven gaat zoeken.

NASA heeft op dit moment plannen voor een expeditie naar een van de meest interessante plekken in ons zonnestelsel. Een drone gaat het oppervlak onderzoeken van Titan, een maan van Saturnus, die een gevarieerd, aardeachtig landschap kent.

Titan is de grootste maan van Saturnus en heeft een atmosfeer, rotsen, rivieren, oceanen en woestijnen.

Net als die van de aarde bestaat de atmosfeer van de maan vooral uit stikstof. Maar de rotsen zijn van ijs en de rivieren en oceanen bestaan uit ethaan en methaan, die op aarde gasvormig zijn.

In 2012 nam de sonde Cassini deze foto van Titan. De maan staat in hetzelfde vlak als de bekende ringen.

© NASA

Ze komen op Titan in vloeibare vorm voor omdat de gemiddelde temperatuur er -180 °C bedraagt. Desondanks denken wetenschappers dat de combinatie van water en organische moleculen wellicht heeft geleid tot het ontstaan van aminozuren, de bouwstenen van eiwitten en DNA.

De drone, die Dragonfly heet, gaat naar deze aanwijzingen zoeken.

Neutronenstraal gaat oppervlak afspeuren

Dragonfly is zo groot als een auto en gaat over Titan vliegen met behulp van acht rotoren verdeeld over vier armen. Hij krijgt zijn energie van een radioactieve generator.

De atmosfeer is circa vier keer zo dicht als die van de aarde, en omdat de zwaartekracht juist lager is, kost het 38 keer zo weinig energie om de 300 kilo zware drone in de lucht te krijgen als op aarde.

Drone doet 20 plaatsen op Titan aan

De nucleaire drone Dragonfly gaat in 2034 een traject van 175 kilometer van het oppervlak van Saturnus’ grootste maan onderzoeken. Hij zal zo’n 20 keer landen en bodemmonsters nemen om naar tekenen van leven te zoeken.

1. Drone daalt af

Als de sonde bij Titan is, stuurt hij de drone aan een parachute naar beneden.

2. Armen klappen uit

De drone klapt zijn armen met rotoren uit om zelf het laatste stukje te vliegen.

3. Oppervlak verkend

Na elke landing onderzoekt de drone de bodem en neemt hij monsters met boortjes.

4. Drone vliegt door

Als de resultaten naar de aarde verstuurd zijn, strijkt de drone zo’n 8 kilometer verderop neer.

Dragonfly heeft geen robotarm zoals de Marsrovers, maar hij kan de bodemsamenstelling onderzoeken door er neutronenstralen op af te sturen en de weerkaatste straling te meten.

Bovendien zitten er cilinders op het landingsgestel die boortjes bevatten, waarmee de drone mineralen los kan boren, opzuigen en analyseren met zijn instrumenten.

Nucleaire drone Dragonfly vliegt op kernenergie

Een radioactieve generator levert stroom.

1

Antenne voor rechtstreeks radiocontact met de aarde.

2

Acht rotoren op vier armen geven lift.

3

Boren op het landingsgestel nemen bodemmonsters.

4
©

De ruimtesonde die Dragonfly naar Titan moet brengen, wordt gelanceerd in 2026 en zal in 2034 op zijn bestemming aankomen.

De laatste grote missie naar Saturnus werd ondernomen door de Cassini. Die sonde cirkelde om de planeet van 2004 tot 2017, toen hij verbrandde in de atmosfeer van de gasreus.