Apollo 17: De grote finale

In december 1972 worden drie mannen gelanceerd voor de tot nu toe laatste reis naar de maan. Ze gaan op zoek naar mineralen en maken lange tochten door het lege maanlandschap.

Een oorverdovend lawaai en een witgloeiende zee van gas en vlammen – daarmee begint de grote finale van het Apollo-programma.

Om 0.33 uur laat de Saturnus V-raket voor het eerst in het donker zien wat hij kan. Een prachtig gezicht voor alle toeschouwers en het moment waar de drie astronauten zo lang op hebben gewacht.

Gene Cernan, Ron Evans en Harrison Schmitt zijn de drie uitverkorenen die als laatste onze maan zullen bezoeken.

Vooral voor Harrison Schmitt is dit een emotioneel moment. Hij behoorde, sinds hij in 1965 bij de NASA begon, tot de eerste astronaut-wetenschappers en leidde andere astronauten op voor geologisch veldwerk. Het was de bedoeling dat hij als de eerste opgeleide wetenschapper mee aan boord van de Apollo 18 zou gaan.

Toen deze missie vanwege bezuinigingen werd afgelast, werd hem gevraagd de astronaut Joe Engle van de Apollo 17 te vervangen.

Dat was een prettige, maar onverwachte verrassing voor Schmitt. Hij hoorde het nieuws via de telefoon in augustus 1971 van Deke Slayton, hoofd van de astronautenafdeling van de NASA.

‘Yes sir, ik zal mijn best doen,’ sprak Harrison Schmitt vlak voordat hij de hoorn oplegde, en hij vierde zijn benoeming tot maanlanderpiloot meteen door drie glaasjes whisky achterover te slaan.

De Apollo 17 is de eerste missie die in het donker vertrekt: een half uur na middernacht op 7 december 1972.

© NASA

De laatsten willen de besten zijn

Terwijl de Apollo 17 zich van de aarde verwijdert, is Schmitt vastbesloten zijn belofte aan Slayton waar te maken.

Samen met Gene Cernan zal hij ervoor zorgen dat de laatste maanexpeditie de beste ooit wordt – ze zullen langer dan hun voorgangers op de maan zijn, meer monsters verzamelen en meer foto’s maken – en het Apollo-programma in stijl afsluiten.

Maar eerst wil Schmitt bewijzen dat het slim was om een wetenschapper bij dit project te betrekken.

Hij weet dat hij een proefkonijn is; als hij alles goed doet, is de weg vrij voor andere wetenschappers die dolgraag meegaan op een volgende missie. Maar als hij faalt, kan hij wel eens de eerste én laatste wetenschapper in de ruimte worden.

Vóór Schmitt als wetenschapper de geologische geschiedenis van de maan kan gaan ontrafelen, moet hij aan de bak als piloot van de maanlander Challenger.

Dus als zijn ruimteschip op 11 december aan de afdaling naar Taurus-Littrow begint, een dal tussen de bergen, heeft Schmitt geen oog voor het vreemde landschap maar is zijn aandacht gericht op de instrumenten van de Challenger.

Samen met het controlecentrum leest hij de hoogte- en brandstofmeters af, terwijl Cernan de handmatige besturing voor zijn rekening neemt en het ruimteschip in het maanstof laat landen.

Pas als Cernan tegen Houston zegt dat ‘the Challenger has landed’, kan Schmitt ontspannen het barre hemellichaam bekijken.

Hij heeft dan wel de hele landing gemist, maar daar kan hij mee leven.

Want over vier uur gaat hij op veld­onderzoek in een gebied dat hij tot dan toe alleen op 400.000 kilometer afstand had gezien.

De aarde interesseert Schmitt niet

‘Hé, wie laat er een vies spoor op mijn maan achter?’ vraagt Schmitt uitgelaten als hij de ladder van de Challenger afdaalt. De schuldige is Cernan, die een paar minuten eerder voet op de maan heeft gezet en nu zijn collega dezelfde route ziet afleggen.

‘Man, het lijkt wel alsof je net ...’ zegt Cernan. ‘Op de maan hebt gelopen,’ maakt Schmitt de zin af.

Vol bewondering kijken de astronauten om zich heen. Schmitt, die als bijnaam ‘Dr. Rock’ heeft, is erg onder de indruk van het levenloze landschap, dat in niets lijkt op de aarde.

Voor zijn voeten liggen stenen te glimmen in het felle zonlicht, in het donkere, met kraters bezaaide dal liggen rotsen die waarschijnlijk van de bergen naar beneden zijn gerold en aan weerszijden schieten enorme gesteenteformaties als piramides richting de hemel.

‘Een waar geologisch paradijs,’ stelt Schmitt vast.

Schmitt by moon rock

Harrison Schmitt gaat monsters nemen van een enorm rotsblok in het Taurus-Littrowdal tijdens de derde en laatste maanwandeling.

© NASA

Hij begint meteen de omgeving te onderzoeken, terwijl Cernan de maanwagen klaarmaakt voor de eerste rit.

Als hij de aarde als een fonkelende blauwwitte lamp ver weg boven het maangebergte ziet hangen, houdt Cernan abrupt op. ‘Wauw. Hé Jack, wacht even,’ zegt hij, en hij vervolgt:

‘Neem nou eens 30 seconden en kijk toch hoe de aarde boven het zuidelijk bergmassief hangt.’ ‘Wat? Naar de aarde kijken?’ vraagt Schmitt.

‘Kijk nou gewoon even,’ zegt Cernan. ‘Ach, de aarde. Als je er een hebt gezien, heb je ze allemaal gezien,’ plaagt Schmitt.

Astronauten misleid door oranje stof

Terwijl de eerste tocht vooral bedoeld is om boormonsters te nemen en experimenten te doen, zal de tweede excursie de langste rit uit de geschiedenis van het Apollo-programma worden.

Cernan en Schmitt gaan negen kilometer rijden met de maanwagen om het zuidelijk bergmassief te bereiken, een tocht van een uur.

Nooit eerder heeft een ruimtevaarder zo’n afstand op de maan afgelegd, maar zowel de geologen op aarde als de mannen op de maan denken dat het de moeite waard zal zijn.

En hun verwachtingen komen uit. Het zuidelijk bergmassief is een schatkamer vol verschillende mineralen, en terwijl Schmitt met de getrainde blik van een geoloog naar interessante stenen speurt, neemt Cernan de rol van assistent op zich: hij hakt genoeg maanmonsters los om de geologen van de NASA jarenlang bezig te houden.

Onder de vondsten bevindt zich een wit stuk gesteente van een berg dat met zijn 4,5 miljard jaar de oudste steen is die ooit mee terug is genomen naar de aarde.

Op de weg terug stoppen de astronauten bij een krater, Shorty, waar Schmitt de grond routineus afspeurt en een een gekleurd gebied ontdekt dat zich duidelijk onderscheidt van de rest van de omgeving.

Hij tilt het buitenste vizier van zijn helm op om beter te kunnen zien. ‘De grond is oranje!’ roept hij. ‘Blijf staan tot ik het ook gezien heb,’ zegt Cernan, die heel even denkt dat zijn collega een zonnesteek heeft opgelopen.

Maar als hij dichterbij komt, moet hij Schmitt gelijk geven. ‘Hoe kan de grond op de maan nou oranje zijn?’ vraagt hij verbaasd.

De astronauten vermoeden dat het een teken is van vulkanische activiteit, waar ze al zo lang naar op zoek zijn.

Maar eenmaal thuis zal blijken dat ze het bij het verkeerde eind hadden: het zijn kleine stukjes natuurlijk glas die met stof zijn bedekt na de meteoorinslag die Shorty heeft veroorzaakt.

Schmitt covered by moondust

Schmitt volgt een druk programma op de maan. Op deze foto is te zien dat hij helemaal onder het stof zit.

© NASA

Evans is blij met zijn baan

Aan boord van de besturingsmodule America, die om de maan cirkelt, is Ron Evans in zijn nopjes. Vanaf het moment dat hij wakker wordt tot hij weer gaat slapen, heeft hij geen minuut rust, maar ondanks het drukke programma van experimenten en observaties is hij in zijn hum.

Neuriënd en in zichzelf pratend zweeft hij in de cabine en bedient hij alle knoppen en hendels. Daarnaast geniet hij van het uitzicht op de blauwwitte aarde in de verte en de onvruchtbare maan vlak onder hem.

Evans kan het niet laten om zijn enthousiasme te delen met Houston en de rest van de wereld, in ieder geval het gedeelte van de wereld dat nog meeleeft met de reis van de Apollo 17.

De media-aandacht voor de laatste maanreis valt in het niet bij de 600 miljoen mensen die de eerste stap op de maan van Armstrong in 1969 volgden, en blijft
beperkt tot fragmenten weggestopt in de pauzes van de enorme hoeveelheid soaps die de Amerikaanse tv-kanalen liever uitzenden.

© NASA

Een historische handdruk

In mei 1972 sloten de VS en de Sovjet-Unie een verdrag over samenwerking in de ruimte.

De dooi in de betrekkingen werd bezegeld met een koppeling tussen een Apollo- en een Sojoez-ruimteschip.

Terwijl astronauten én kosmonauten elkaars taal leerden, stortten de ingenieurs zich op een nog moeilijkere taak: de ontwikkeling van een koppelingsmodule om de twee ruimteschepen te verbinden en als een luchtsluis te dienen tussen het mengsel van zuur- en stikstof van de Sojoez en de zuivere zuurstof van de Apollo.

Op 15 juli 1975 steeg eerst de Sojoez 19 op, zeven uur later gevolgd door de Apollo 18.

Twee dagen later wisselden de gezagvoerders Stafford en Leonov een historische handdruk uit. Hoewel de missie voornamelijk een politiek doel diende, vormde ze het begin van een samenwerking die leidde tot het internationale ruimtestation ISS, dat nog steeds actief is.

Slechts directe familie en een harde kern van ruimtevaartliefhebbers volgen de drie Amerikanen die bezig zijn het laatste hoofdstuk in de geschiedenis van de Apollo te schrijven. Maar voor Ron Evans – of Captain America, zoals Cernan hem noemt – is een levenslange droom in vervulling gegaan.

Volgens hem is astronaut ‘het beste beroep ter wereld’, maar al geniet hij van elk moment, hij voelt zich ook een beetje eenzaam.

‘Man wat stink ik. Bah! Zeep helpt niet echt, en ik zal blij zijn als de jongens weer terug zijn met de deodorant. Ze hebben alle deodorant meegenomen. Hoe durven ze,’ kletst hij.

Op weg naar de aarde maakt Evans een ruimtewandeling, onder andere om de filmopnames op te halen die hij met buitenboordcamera’s van de maan heeft gemaakt.

© NASA

Kangoeroesprongen en skiën op de helling

Cernan ziet pas echt hoe groot het Taurus-Littrowgebied is als hij tijdens de derde en laatste maanwandeling een berghelling beklommen heeft.

Met zijn camera maakt hij een reeks panoramafoto’s en ziet ondertussen Schmitt naar een rotsformatie lopen, die zo kolossaal is dat zijn collega bijna in het niet valt.

Het plaatje dat hij schiet, wordt een van de beroemdste van alle Apollo-foto’s. Vanaf zijn hoge positie ziet Cernan alle plaatsen die hij en Schmitt hebben bezocht en het dringt nu tot hem door dat drie dagen eigenlijk veel te weinig is om alle dalen, bergen en kraters te onderzoeken.

Toch zijn hij en zijn collega bijna overal geweest. ‘Jack, als we klaar zijn, hebben we elke uithoek van deze vallei gezien,’ zegt hij tegen Schmitt. ‘En dat was ook de bedoeling,’ luidt het antwoord.

De laatste uren op de maan werken de astronauten zo hard dat het controlecentrum moet vragen het rustiger aan te doen tot hun hartslag weer normaal is.

Maar na drie intensieve dagen op de maan hebben Cernan en Schmitt nog energie genoeg om lol te maken. Terwijl Cernan als een kangoeroe een helling afspringt, doet Schmitt of hij op de ski’s staat.

Al springend strekt hij zijn armen en probeert hij zich in zijn stijve ruimtepak van de ene naar de andere kant te wenden, zonder veel succes. ‘Best moeilijk om de heupen goed te draaien,’ zegt hij.

De laatste stap op de maan is moeilijk

Voor vertrek houden de astronauten een ceremonie en onthullen voor de camera een plaquette. Onder een afbeelding van de aarde en de maan staat:

Hier eindigden de eerste ontdekkingsreizen naar de maan, in december 1972 n.Chr. Moge het gevoel van vrede waarmee wij kwamen, weerspiegeld worden in de levens van de hele mensheid.

Tegen de kijkers thuis en een groep studenten uit 70 landen die de grote finale vanuit Houston volgen, zegt Cernan: ‘Dit is ons gedenkteken, dat hier blijft tot iemand zoals wij, mensen zoals jullie, de hoop van de toekomst, terugkomen om het weer te lezen en het onderzoek en doel van de Apollo-missies verder te brengen.’

Terwijl Schmitt rustig luistert naar zijn collega, merkt hij ineens de gevolgen van drie dagen hard werken. Zijn vingers en armen doen pijn, maar voordat hij en Cernan aan de terugreis kunnen beginnen moeten ze nog één beproeving doorstaan.

Alle zakken met maanmonsters en andere spullen moeten de maanlander in; terwijl Schmitt alles binnenhaalt, loopt Cernan zwaarbeladen de trap op en af.

Als de buit binnen is, staat Cernan als laatste mens op de maan, buiten adem en in een ruimtepak dat bedekt is door een laag grijs stof. Hij is klaar om de voorlopig laatste stap op de maan te zetten, maar ondanks de geringe zwaartekracht lijkt hij aan de grond genageld.

Hij werpt een laatste, weemoedige blik op dit nieuwe territorium en kijkt daarna naar de aarde die hoog aan de hemel staat.

Dan neemt hij afscheid met de woorden:

‘De geschiedenis getuigt ervan dat de Amerikaanse prestatie van nu de toekomst van de mensheid zal bepalen. We verlaten de maan bij Taurus-Littrow, op dezelfde plek als waar we geland zijn, en waar we met Gods wil ooit weer terug zullen keren, in vrede en met hoop voor de hele mensheid. Goede reis, Apollo 17.’­

Na 75 uur op de maan, waarvan 22 uur buiten de maanlander, en met een 30,5 kilometer lange maantocht achter de rug gaat de Apollo 17 de geschiedenis in als de missie die het langst op de maan bleef en het verst kwam.

En als de astronauten na een goede terugreis op 19 december 1972 in de Stille Oceaan landen, hebben ze bijna 115 kilo stenen bij zich – de grootste tastbare herinnering aan de maan.