Nieuwe versneller moet oerknal op aarde reconstrueren
De enorme deeltjesversneller LHC is een groot succes, maar het ambitieuze experiment heeft geen donkere materie gevonden. Onderzoekers gaan een machine bouwen die deeltjes zo kan laten botsen dat er een oerknal ontstaat.

De grote CMS-detector is een van de vier detectoren van de LHC. In 2012 werd hier het higgsdeeltje ontdekt.
Een bundeltje protonen wacht een wrede dood. Onderzoekers pompen met radiogolven steeds meer energie in de bundel, die met bijna de lichtsnelheid door de nauwe buis schiet.
In een andere buis – een paar centimeter verderop – suist een identieke bundel de andere kant op.
Als de bundels door grote detectoren komen, laten de natuurkundigen ze frontaal botsen met een kracht die geen enkele andere machine op aarde kan leveren.
De protonen worden verpulverd en de detectoren proberen nu te identificeren welke nieuwe en exotische deeltjes hebben kunnen ontstaan in de wolk van de verbrijzelde protonen.
Natuurkundigen van CERN, het Europese laboratorium voor kern- en deeltjesfysica, bestuderen al tientallen jaren de kleinste bestanddelen van het heelal.
Ze maakten sinds 2009 gebruik van de LHC-versneller, die in veel opzichten een groot succes was – maar op één cruciaal punt schiet zelfs de grootste deeltjesversneller die er is tekort.
Op zoek naar de mysterieuze donkere materie
Toen de proeven begonnen, hoopten de natuurkundigen dat bij de zeer energierijke botsingen in de LHC donkere materie zou ontstaan, die astronomen nodig hebben om te kunnen verklaren hoe de sterrenstelsels zo snel kunnen draaien zonder hun sterren alle kanten op te slingeren.
Maar de donkere deeltjes verschenen niet, en nu gaat CERN samen met 70 onderzoeksinstellingen over de hele wereld de versneller Future Circular Collider (FCC) bouwen.
Deze gigantische machine zal een omtrek van 100 kilometer krijgen en kan protonen laten botsen met zeven keer zoveel kracht als de LHC.