De lijst met voorwaarden die nodig zijn om de perfecte planeet te creëren, is lang. De aarde kan sommige punten afvinken, maar lang niet allemaal.
Een onderzoeksteam onder leiding van hoogleraar astronomie Dirk Schulze-Makuch van de Technische Universität in Berlijn denkt vooral dat de zon het verkeerde type ster is. Hij leeft te kort en geeft in zijn vroege fase te veel gevaarlijke straling af.
De aarde is bovendien te klein – de optimale planeet zou circa 1,5 keer zoveel massa en dus een 10 procent grotere diameter moeten hebben. De superplaneet is ook 5 °C warmer en vochtiger.
Maar de aarde heeft een enorme ijzeren kern, een grote maan en vooral: platentektoniek.
1. Kleine sterren, lang leven
De perfecte planeet draait rond een oranje dwergster, die vier keer zo lang leeft als de zon en weinig gevaarlijke straling heeft. De langere levensduur geeft de planeet meer tijd om te evolueren.
2. Locatie maakt water mogelijk
Als een planeet te veel energie van de ster ontvangt, verdampt het water, maar krijgt hij te weinig, dan bevriest het. De planeet moet zich dus midden in de zogeheten bewoonbare zone bevinden, waar water vloeibaar is.
3. Kern vormt het buitenste schild
Een grote, ijzerhoudende kern zorgt voor een magnetisch veld dat een beschermende schil vormt om de planeet en het leven beveiligt tegen straling van deeltjes. Daarbij heeft de perfecte planeet bij voorkeur 50 procent meer massa dan de aarde.
4. Diepe bewegingen sturen het klimaat
Een planeet leeft pas met platentektoniek, die ontstaat door langzame bewegingen in de zogeheten mantel. Door platentektoniek is er land en zee en blijft het klimaat gedurende miljoenen jaren stabiel.
5. Kusten brengen soorten tot leven
De grootste soortenrijkdom in zee vind je in ondiepe wateren, dus hoewel een zeeplaneet in theorie leven kan ontwikkelen, zal dat niet zo geavanceerd zijn als op een planeet met continenten. Een superbewoonbare planeet heeft dan ook veel kuststreken.
6. Meer dieren door warmte en zuurstof
Op de perfecte planeet is de atmosfeer 5 °C warmer dan die van de aarde, dus regenwouden met een hoge biodiversiteit kunnen grote delen ervan bedekken. Wil het leven er echt gedijen, dan moet de atmosfeer 30 procent zuurstof bevatten, tegen 21 procent van de aarde.
7. Maan stabiliseert de kringloop
Een grote maan stabiliseert de helling van de as van de superplaneet ten opzichte van de ster en daarmee het klimaat. De maan creëert ook een getij zoals op aarde, wat het zeeleven hier heeft geholpen om aan land te komen.
