NASA

Foto’s uit de ruimte

In de 18e eeuw zocht de astronoom Charles Messier naar kometen. Maar hij vond enkele van de meest raadselachtige en fotogenieke objecten van het heelal.

Halverwege de 18e eeuw was de Franse astronoom Charles Messier op zoek naar kometen. Die waren met de apparatuur van die tijd lastig te vinden, dus het was een complex karwei.

In 1758 stuitte hij op een object dat door zijn telescoop op een komeet leek, maar dit niet kon zijn. Heb object stond namelijk stil aan de hemel.

In zijn aantekeningen waarschuwde Messier andere astronomen dat ze er niet van uit moesten gaan dat ze een komeet zagen als ze naar zijn ontdekking keken.

Komeet blijkt sterrennevel

Messier ontdekte meer van dit soort objecten. Ook deze noteerde hij in zijn aantekeningen, die later uitgroeiden tot een catalogus.

Wat de objecten waren, wist hij niet. Maar toen hij in 1817 overleed, bevatte zijn catalogus 103 objecten.

Sindsdien zijn er zeven bij gekomen, waardoor de catalogus nu 110 verschijnselen telt. De objecten zijn inmiddels geïdentificeerd en blijken allerlei verschillende astronomische verschijnselen te omvatten, zoals sterrennevels, sterrenstelsels en sterrenhopen.

Hubble heeft er 76 gespot

De Hubbletelescoop werd in 1990 in gebruik genomen en heeft sindsdien foto’s genomen van de objecten in de catalogus van Messier.

Van de 110 Messierobjecten die nu zijn geregistreerd, heeft de Hubbletelescoop er 76 gefotografeerd. 10 van die foto’s vind je hier:

M1 – Krabnevel

Restant van een hevige supernova. De supernova zelf werd in 1054 door onder anderen Chinese en Arabische astronomen waargenomen.

M13 – De grote bolhoop in Hercules

Deze sterrenhoop bestaat uit honderdduizenden sterren, die wezenlijk zwaarder zijn dan die in de buurt van de zon. De sterren staan zeer dicht op elkaar en botsen daardoor regelmatig.

M16 – Adelaarsnevel

Een jonge open sterrenhoop met een paar duizend sterren. De hoop omvat grote gebieden met stof en gassen, waar nieuwe sterren worden gevormd. Het gebied op de foto is een ervan, dat Pilaren van Creatie wordt genoemd.

M31 – Andromedanevel

Dit is de dichtstbijzijnde grote galactische buurman van de Melkweg, op 2,5 miljoen lichtjaar van de aarde. De Melkweg en de Andromedanevel bewegen naar elkaar toe en zullen over circa vier miljoen jaar botsen en een nieuw, reusachtig sterrenstelsel vormen: Milkomeda.

M42 – Orionnevel

De dichtstbijzijnde plek waar nieuwe sterren ontstaan, 1500 lichtjaar van ons vandaan. De nevel is met het blote oog te zien als de middelste ster in het ‘zwaard van Orion’ in het sterrenbeeld Orion. Hij ziet eruit als een vage vlek.

M51 – Draaikolknevel

Het eerste sterrenstelsel dat werd beschreven als een spiraalstelsel. Astronomen denken dat het nabijgelegen dwergstelsel NGC 5195 500 à 600 miljoen jaar geleden door de Draaikolknevel trok. Daardoor zijn de duidelijke spiraalarmen ontstaan.

M57 – Ringnevel

Een zogeheten planetaire nevel, die bestaat uit de emissiegassen die een rode reus uitzendt als deze zijn einde nadert. In het centrum van M57 huist een witte dwerg, die het restant is van de rode reus.

M82 – Sigaarstelsel

De zwaartekracht van een naburig stelsel beïnvloedt het Sigaarstelsel zodanig dat hij aan de lopende band nieuwe sterren produceert. Nabij het centrum van het stelsel ontstaan 10 keer zo veel sterren als er in de hele Melkweg worden gevormd.

M87 – Het reusachtige elliptische stelsel

Een van de zwaarste sterrenstelsels in het zichtbare heelal. Het centrum van dit stelsel bevat een superzwaar zwart gat – het eerste dat is gefotografeerd. Uit het zwarte gat komt een zogeheten jet van deeltjes, die op de foto blauw is.

M104 – Sombreronevel

Deze foto is samengesteld uit een zeer uiteenlopende reeks observaties van de Hubbletelescoop. Daardoor biedt het een opvallend gedetailleerd beeld van de nevel, die 28 miljoen lichtjaar van ons vandaan staat.