Halverwege de 18e eeuw was de Franse astronoom Charles Messier op zoek naar kometen. Die waren met de apparatuur van die tijd lastig te vinden, dus het was een complex karwei.
In 1758 stuitte hij op een object dat door zijn telescoop op een komeet leek, maar dit niet kon zijn. Heb object stond namelijk stil aan de hemel.
In zijn aantekeningen waarschuwde Messier andere astronomen dat ze er niet van uit moesten gaan dat ze een komeet zagen als ze naar zijn ontdekking keken.
Komeet blijkt sterrennevel
Messier ontdekte meer van dit soort objecten. Ook deze noteerde hij in zijn aantekeningen, die later uitgroeiden tot een catalogus.
Wat de objecten waren, wist hij niet. Maar toen hij in 1817 overleed, bevatte zijn catalogus 103 objecten.
Sindsdien zijn er zeven bij gekomen, waardoor de catalogus nu 110 verschijnselen telt. De objecten zijn inmiddels geïdentificeerd en blijken allerlei verschillende astronomische verschijnselen te omvatten, zoals sterrennevels, sterrenstelsels en sterrenhopen.