NASA/JPL
Neptunus, voyager

Verdwenen planeten verloren hun gas

Het heelal bevat bijna geen planeten die circa twee keer zo groot zijn als de aarde. De verklaring is volgens astronomen dat planeten van deze grootte hun atmosfeer verliezen en krimpen.

We weten dat er planeten zijn rond bijna elke ster aan de hemel. Op het moment van schrijven hebben we 4401 van die exoplaneten gevonden, en het is niet zo vreemd dat er een enorme variatie in grootte is.

De grootste zijn groter dan de gasreus Jupiter en de kleinste zijn kleiner dan Mercurius, de kleuter van het zonnestelsel.

Maar de verdeling is niet gelijkmatig. In 2017 ontdekten astronomen dat bijna alle planeten in de orde van grootte van 1,5-2 keer de diameter van de aarde blijkbaar zijn verdwenen, en deskundigen hebben geen oorzaak kunnen vinden voor de zogenoemde omvangskloof.

Nu hebben wetenschappers van het Flatiron Instituut in de VS echter een plausibele verklaring: die omvang is gewoon niet houdbaar.

Atmosfeer vervliegt

Alle bekende planeten tot circa 1,5 maal de grootte van de aarde zijn rotsplaneten, en alle planeten groter dan tweemaal de aarde zijn gasplaneten.

In ons zonnestelsel is de kleinste gasplaneet Neptunus, die ongeveer vier keer zo groot is als de aarde, maar rond andere sterren zijn er gasplaneten met een diameter van circa 2,5 keer die van de aarde.

De nieuwe theorie stelt dat gasplaneten daartussenin zichzelf gewoon niet bij elkaar kunnen houden. Over miljarden jaren zal de atmosfeer zijn vervlogen en is er alleen een kleine, vaste kern over.

Zo springen de kleine gasplaneten over de omvangskloof en worden ze kleine rotsplaneten.

Trevor David, een van de onderzoekers achter de theorie, benadrukt dat planeten geen statische objecten zijn als ze eenmaal zijn gevormd. Ze kunnen een dynamische levensloop hebben, waarbij hun kenmerken in de loop van de tijd ingrijpend kunnen veranderen.