De Amerikaanse onderzoekers van Columbia University hebben de gegevens doorgespit van de Kepler-telescoop, die van 2009 tot 2018 foto’s nam en het licht mat van circa 150.000 sterren.
De telescoop heeft zeker 2600 nieuwe exoplaneten helpen vinden – de eerste al in 1992.
Het zoeken naar exomanen staat daarentegen nog in de kinderschoenen. Het team achter de nieuwe ontdekking vond vijf jaar geleden ook de eerste vermoedelijke exomaan.
Exomanen verbergen leven of kennis
Astrofysici zoeken verre manen om twee hoofdredenen:
- Ze zijn uitstekende kandidaten om leven te herbergen
- Ze kunnen ons iets leren over het ontstaan van planeten en manen
Op de nieuwste vondst, Kepler-1708 b-i, verwachten wetenschappers geen leven aan te treffen. Daar is zijn atmosfeer te ongastvrij voor.
De nieuwe maan kan wetenschappers een beter inzicht geven in de vorming van planeten en manen.
De meeste deskundigen zijn het erover eens dat alle zonnestelsels – dus ook het onze – zijn ontstaan in een draaiende moleculenwolk van gassen en stof. Uit de wolk ontstonden de zon en daarna de planeten, manen en andere hemellichamen. En allemaal trekken ze aan elkaar onder invloed van de zwaartekracht.
De manen zijn op hun eigen manier ontstaan, in wisselwerking met de planeten waar ze omheen draaien. En dus kunnen exomanen zoals Kepler-1708 b-i wetenschappers helpen bij het verfijnen van hun theorieën over de vorming van hemellichamen.
Nieuwe maan ondermijnt theorieën
Globaal zijn er drie theorieën over het ontstaan van manen.
- Het botsingsmodel: een groot object botst tegen de planeet en de brokstukken vormen een maan die door het gravitatieveld van de planeet op zijn plaats blijft. Onze maan is waarschijnlijk op deze manier ontstaan.
- Het wolkmodel: de maan ontstaat net als de planeet uit de wolk moleculen.
- Het vangmodel: een groot object scheert langs de planeet en wordt door het gravitatieveld ingevangen.
Gezien de omvang en massa van Kepler-1708 b-i is het onwaarschijnlijk dat hij door botsing of uit dezelfde moleculenwolk als zijn planeet is ontstaan.
Volgens de onderzoekers kan het vangmodel de oorsprong van de mythische maan verklaren, maar ook hier bezorgen de grootte en de korte omloopbaan van de maan – iets meer dan 4,5 dag – de onderzoekers hoofdbrekens.
Daarom zijn de astrofysici dus maanziek. Maar de ontdekking van meer nieuwe manen brengt een hele reeks vraagstukken met zich mee die de theorieën over het heelal uiteindelijk juist beter en gedetailleerder zullen maken.
VIDEO: Zie hoe de onderzoekers naar manen zoeken met de Hubble-telescoop