NASA schiet planeetjager van de toekomst de ruimte in
Binnenkort lanceert NASA de planeetjager TESS. Deze ruimtetelescoop moet de astronomische omgeving van de aarde uitkammen op exoplaneten die leven kunnen herbergen.
In de nacht van 16 op 17 april begint NASA aan een nieuw hoofdstuk van de zoektocht naar leven in de ruimte.
Een Falcon 9-raket stijgt met de ruimtetelescoop TESS aan boord op naar de sterren.
Als de TESS een hoogte van 250.000 kilometer heeft bereikt, vouwt hij zijn zonnecelvleugels uit en begint hij aan zijn missie: een speurtocht naar exoplaneten in de buurt van de aarde waar leven zou kunnen voorkomen.
Sterrenlicht verraadt planeten
De TESS gaat met zijn vier camera’s meer dan 200.000 sterren in de gaten houden. De telescoop kan piepkleine variaties in de lichtsterkte van de sterren ontdekken.
Als een planeet voor zijn zon langs trekt, zal de lichtsterkte een tikje afnemen.
Als dat herhaaldelijk met dezelfde intensiteit en volgens een vast interval gebeurt, is dat een duidelijke aanwijzing dat er een planeet om de ster draait.
Als een planeet voor zijn ster langs trekt, daalt de lichtsterkte. Dat pikt de TESS-telescoop op, en zo kan NASA nieuwe exoplaneten ontdekken.
De ruimtetelescoop moet vooral planeten onderzoeken die om rode dwergsterren draaien. Die vormen driekwart van de sterren in het heelal en blijven het langst in stand.
Doordat de fusie van waterstof er een stuk langzamer verloopt dan in onze zon, is een rode dwerg ’slechts’ circa 3500 °C warm.
Rode dwergen kunnen biljoenen jaren leven, wat de kans verhoogt dat er op enig moment leven in de buurt ontstaat.
Telescoop ziet alles op korte afstand
Zijn voorganger Kepler kon tot 3000 lichtjaar ver kijken, en de TESS heeft een breder gezichtsveld.
De TESS werkt samen met telescopen op aarde. Dankzij deze combinatie kunnen we erachter komen waar de exoplaneten en hun atmosfeer uit bestaan.
Astronomen gaan ervan uit dat de telescoop zo’n 2000 nieuwe exoplaneten niet ver van de aarde zal ontdekken, die mogelijk aan de voorwaarden voldoen om leven te kunnen huisvesten.