Astronomen vragen zich al lang af waar de restanten van supernova’s in ons eigen sterrenstelsel zijn gebleven.
Een supernova is de laatste fase van het leven van een ster: een gigantische explosie. Er blijven veel brokstukken achter, en die zijn moeilijk op te sporen in de Melkweg.
Er zouden duizenden supernovaresten in ons sterrenstelsel moeten zijn, maar tot nu toe zijn er slechts een handvol gevonden.
Een supernovarest is een groeiende wolk van gas en stof van een ontploffende ster, die lastig te zien is met gewone ruimtetelescopen en sterrenkijkers.
In het verleden hebben astronomen slechts zeven supernovaresten in ons sterrenstelsel kunnen documenteren.
De perfecte match
Nu heeft een internationaal team echter nieuwe, gedetailleerde beelden van de Melkweg gemaakt, waarop een aantal supernovaresten te zien is.
Door de krachten van twee Australische supertelescopen te bundelen, zijn astronomen uit Australië, Italië en Canada erin geslaagd 28 nieuwe supernovaresten te vinden, aldus een persbericht.
De twee grote onderzoeksprogramma’s EMU en PEGASUS hebben de handen ineengeslagen om de ‘supernovaspoken’ van de Melkweg te vinden.

Links het zuivere radiogolfbeeld van de ASKAP-telescoop, waarop kleine fragmenten van supernovaresten te zien zijn. Rechts zijn de data van de Parkes-radiotelescoop eroverheen gelegd. Zo worden de concentraties waterstofgas versterkt en komen de supernovaresten beter uit.
Ze combineerden observaties van twee van de belangrijkste radiotelescopen van Australië, de ASKAP en de Parkes, beide van het Australische nationale wetenschapsagentschap CSIRO.
Waar de Hubble-ruimtetelescoop beelden maakt in zichtbaar licht en de Webb gebruikmaakt van infrarood, detecteren de twee radiotelescopen ... inderdaad, radiogolven.
De ASKAP bestaat uit 36 kleine schotels met een diameter van 12 meter, die samen een oppervlak van 6 kilometer bestrijken.
Zo simuleren ze één grote telescoop, die beelden vastlegt met een zeer hoge resolutie, maar wel moeite heeft met het spotten van gasconcentraties.
Om meer te weten te komen over gasconcentraties, zetten de onderzoekers de telescoop Parkes in, die met een diameter van 64 meter tot de grootste ter wereld behoort.
De ASKAP kan met zijn 36 schotels veel radiogolven opvangen en beelden met een hoge resolutie maken. De Parkes kan met zijn zeer brede schotel juist geconcentreerde radiogolven opvangen en details laten zien die de ASKAP mist.
Samen vormen ze een supertelescoop.

Dit zijn enkele van de 36 radiotelescopen die de ASKAP-telescoop vormen. Samen bestrijken ze een oppervlak van 6 kilometer, waar ze met hoge resolutie uiterst gedetailleerde beelden van de hemel kunnen vastleggen.
Radiogolven tonen waterstofconcentraties
De nieuwe combinatie van beelden brengt een groot aantal wolken en nevels aan het licht, die om elkaar heen kronkelen. Ze zijn verbonden door waterstofgas, dat de ruimte tussen de sterren van het stelsel vult.
Radiogolven kunnen grote hoeveelheden waterstofgas zichtbaar maken, die andere soorten ruimtetelescopen over het hoofd zien.
Zo worden deze hete gasbellen van supernovaresten zichtbaar tussen de ruimte die stervende sterren achterlaten. Ze beïnvloeden ook het ontstaan van nieuwe sterren.
In het kleine stuk hemel waar de telescopen radiogolven hebben opgevangen, dat slechts circa 1 procent van de Melkweg vormt, zijn de 28 nieuwe supernovaresten ontdekt.
Dit is slechts het begin van een grotere speurtocht naar supernovaresten, waarvan er naar schatting nog zo’n 1500 in de Melkweg zijn. Ze kunnen ons op termijn meer leren over ons eigen sterrenstelsel en zijn geschiedenis.