In dat hart bevindt zich ‘Boötes Supercluster’, die wordt omgeven door een enorme leegte die ook wel ‘het grote niets’ wordt genoemd.
De sterrenstelselbel bevindt zich op 820 miljoen lichtjaar van ons sterrenstelsel, de Melkweg, wat misschien ver lijkt als je bedenkt dat dit de afstand is die licht met een snelheid van bijna 300.000 kilometer per seconde in 820 miljoen jaar kan afleggen.
Maar astronomen vinden dit nog steeds het ‘nabije heelal’.
En de structuur is inderdaad gigantisch. De bel is naar schatting een miljard lichtjaar in doorsnee – ongeveer 10.000 keer zo groot als de Melkweg.
De schil bevat ook andere superclusters van sterrenstelsels die astronomen al hadden waargenomen. Deze omvatten de Grote Muur van Sloan, een gigantische kosmische ‘muur’ van sterrenstelsels.
Volgens Daniel Pomarede maakt de ontdekking van de bel deel uit van een lang wetenschappelijk proces, dat een theorie heeft bevestigd die ooit naar voren is gebracht door de Amerikaanse astrofysicus Jim Peebles.
Peebles bedacht dat in het vroege heelal – dat toen bestond uit een hete soep van plasma – geluidsgolven ontstonden door zwaartekracht en straling, de zogeheten baryonische akoestische oscillaties (BAO).
Terwijl de geluidsgolven door het hete plasma reisden, creëerden ze er bellen in. Het proces stopte toen het heelal afkoelde en de bellen werden bevroren.
Astronomen hebben al eerder tekenen van BAO’s ontdekt, in 2005, toen ze naar gegevens van naburige sterrenstelsels keken. Maar de pas ontdekte bel is volgens wetenschappers de vroegst bekende afzonderlijke BAO.