Uit het onderzoek blijkt dat variaties in negen genen verantwoordelijk zijn voor 14,5 procent van de kans op de aandoening. De rol van vier van de negen genen bij clusterhoofdpijn was nog niet eerder bekend.
Het onderzoek geeft ook duidelijke aanwijzingen voor een verband tussen roken en clusterhoofdpijn. Dit geldt vooral voor mensen die meer dan een pakje per dag roken.
‘De nieuwe kennis over de erfelijkheid van clusterhoofdpijn en het verband met roken is een extra goed argument voor mensen met een familiegeschiedenis van clusterhoofdpijn om niet te roken,’ zegt Anja Sofie Petersen.
Er zijn echter meer onderzoeken nodig om vast te stellen of roken een factor is die bijdraagt aan clusterhoofdpijn en of stoppen met roken op de lange termijn effect heeft op de ziekte.
Sommige patiënten zijn in het nadeel
Roken is sowieso een slecht idee, maar als je clusterhoofdpijn hebt, is het extra belangrijk om sigaretten links te laten liggen.
‘Roken is een risico voor hartkwalen. Een groot deel van de medicatie tegen clusterhoofdpijn is niet toegestaan voor hartpatiënten. Als patiënt ben je in het nadeel als je niet de beste behandeling kunt krijgen,’ zegt Anja Sofie Petersen.
Clusterhoofdpijn is een zeer pijnlijke en intense vorm van pijn achter het oog aan één kant van het hoofd. Een reeks aanvallen wordt een cluster genoemd.
De hoofdpijn begint meestal bij volwassenen tussen de 20 en 40 jaar, maar kan ook jongeren treffen.
In Nederland zijn er zo’n 17.000 mensen met clusterhoofdpijn. De meerderheid van hen zijn mannen.
De totale metastudie is gebaseerd op gegevens van meer dan 36.000 mensen.