Mensen worden almaar ouder, en in rap tempo.
In de afgelopen twee decennia is de gemiddelde levensverwachting wereldwijd met meer dan zes jaar gestegen.
Maar terwijl we beter zijn geworden in het uitstellen van ons levenseinde, worstelen we nog steeds met de vele ziekten die gepaard kunnen gaan met een lang leven.
Nu heeft een groep Duitse onderzoekers een belangrijke ontdekking gedaan over een van de kleinste lichaamsdelen, dat mogelijk een grotere rol speelt bij onze veroudering dan eerder gedacht.
In [de studie] (https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/adbi.202300194) zoomden de onderzoekers van de Ulm University in op de piepkleine haarachtige structuren genaamd trilharen, die op het oppervlak van veel van onze triljoenen cellen zit.
Trilharen fungeren als kleine antennes die reageren op verschillende signaalstoffen uit de omringende vloeistoffen en berichten sturen naar de celkern.
De kleine, bewegende haartjes spelen ook een cruciale rol in de ontwikkeling van foetussen, want het verlies of slecht functioneren van trilharen kan leiden tot verschillende aangeboren syndromen.
We worden steeds ouder
Het aantal mensen boven de 100 is de afgelopen 50 jaar met 2500 procent gestegen. En op sommige plekken in de wereld worden mensen veel ouder dan op andere plekken.
Maar er zijn aanwijzingen dat trilharen nog meer functies hebben.
Bestuderen bij mensen
Tijdens het onderzoek maakten de onderzoekers microscoopbeelden van de trilharen in de alvleesklier en de nieren van muizen van drie maanden en twee jaar oud – voor muizen is dat heel oud.
Wat de onderzoekers ontdekten, was dat de vorm van de golvende trilharen bij de oudere muizen was veranderd en in beide organen opgerekt leek te zijn.

Een cel kan enkele honderden van deze trilharen op zijn oppervlak hebben. De haarachtige structuren zijn eerder ook in verband gebracht met verschillende neurodegeneratieve ziekten, zoals alzheimer, parkinson en huntington.
Verrassend genoeg was er een verschil tussen de twee organen, want de verandering leek de celveroudering niet altijd te beïnvloeden.
Toen de onderzoekers bijvoorbeeld keken naar het eiwit p21, dat waarschijnlijk een belangrijke rol speelt in de veroudering van onze cellen, vonden ze hogere niveaus in de niercellen, maar niet in de alvleeskliercellen.
Een ander eiwit, namelijk Bcl2, dat waarschijnlijk een rol speelt bij celdood, bleek het tegenovergestelde: de kans op apoptose (celdood) was groter in de alvleesklier dan in de nieren.
De tegenstrijdige resultaten leiden tot meer vragen, en de antwoorden erop kunnen volgens de onderzoekers iets onthullen over de complexiteit van veroudering.
Vooralsnog is alleen op muizen geëxperimenteerd, dus we weten niet of trilharen ook van vorm veranderen bij oudere mensen.
Als dat zo is, hopen de onderzoekers dat ze ouderdomsgerelateerde ziekten kunnen voorkomen of wellicht behandelen – bijvoorbeeld in een verouderde nier die minder goed functioneert doordat de vorm van de bewegende trilharen is veranderd.