Het menselijke gehoor is bij lange na het niet beste van het dierenrijk. Zo kunnen vleermuizen zogeheten hoogfrequente geluiden horen, die ver buiten het menselijke frequentiebereik liggen.
Maar hoe zit het met hoogfrequente geluiden die we niet kunnen horen? Zijn die ook schadelijk?
Onderzoekers maken onderscheid tussen de frequentie en amplitude van geluidsgolven. Frequentie, gemeten in hertz (Hz), bepaalt de hoogte: een bas heeft een lage frequentie en een discant een hoge. De amplitude, gemeten in decibel (dB), bepaalt de geluidssterkte, zoals gefluister of gebrul.
Zo suizen de geluidsgolven door je oren
Op de afbeelding zie je een dwarsdoorsnede van het oor. Je ziet geluidsgolven van het buitenoor naar het slakkenhuis in het binnenoor gaan.

Buitenoor
Geluidsgolven (blauw) komen via de lucht het buitenoor binnen, waar ze het trommelvlies raken.
Hamer, aambeeld en stijgbeugel
Het trommelvlies zet de geluidsgolven om in mechanische trillingen, die via de botjes van het middenoor – hamer, aambeeld en stijgbeugel – doorgaan naar het binnenoor.
Binnenoor
Via vloeistof in het binnenoor gaan de geluidsgolven naar het slakkenhuis. Tasthaartjes in het slakkenhuis vormen een zenuwimpuls en informeren de hersenen over het geluid.
Gehoorbeentjes
Daarvoor hebben de gehoorbeentjes het ultrageluid al uitgefilterd. Hoogfrequent geluid kan de haarcellen dus niet aantasten.
Een grote geluidssterkte kan het gehoor behoorlijk beschadigen, maar ultrageluid – geluiden met een frequentie van meer dan 20.000 Hz, wat meestal de grens van het menselijke gehoor is – levert vrijwel geen risico op.
Hoogfrequente geluiden – of ultrageluiden – beschadigen je gehoor niet.
De verklaring moeten we zoeken in de structuur van het oor. De gehoorbeentjes in het middenoor werken als een filter dat de grootste pieken van ultrageluiden wegneemt, zodat ze de tasthaartjes niet kunnen schaden die geluiden in het binnenoor registreren.