Sommige onderzoekers stellen dat de relatie niet bestaat en dat de ‘bewijzen’ te wijten zijn aan onnauwkeurige metingen van zwaarlijvigheid of dat mensen met obesitas een betere behandeling krijgen dan anderen.
Nu heeft een groot Zweeds onderzoek de paradox onder patiënten met hartfalen echter bevestigd.
Voorzichtige resultaten
De onderzoekers deelden bijna 70.000 patiënten die met hartfalen in het ziekenhuis waren opgenomen in verschillende BMI-klassen in.
BMI staat voor Body Mass Index en is een maat die bepaalt of je gewicht gezond is aan de hand van je lengte en gewicht. Een gezond, normaal gewicht is gedefinieerd als een BMI tussen 18,5 en 24,9.
De onderzoekers ontdekten dat zwaarlijvige patiënten met een BMI van 25 of meer een lager overlijdensrisico hadden dan patiënten met een normaal gewicht, ondanks het feit dat mensen met overgewicht een 30 procent grotere kans op hartfalen hebben dan mensen met een normaal gewicht.
Tegelijkertijd hadden patiënten met ondergewicht (een BMI onder de 18,5) een hoger risico om te sterven aan hartfalen dan patiënten met een normaal gewicht.
Volgens de onderzoekers blazen hun resultaten het debat over het bestaan van de obesitasparadox nieuw leven in. Ze benadrukken echter ook de mogelijkheid van zogeheten omgekeerde causaliteit.
Patiënten met ernstig hartfalen vallen vaak af omdat ze een verminderde eetlust hebben en meer energie verbruiken doordat het hart extra werk moet verzetten.
Daarom kan het hogere sterftecijfer onder mensen met een normaal gewicht te wijten zijn aan het feit dat de ziekte zo ernstig is geweest voor patiënten die voorheen overgewicht hadden, dat ze op een aanzienlijk lager gewicht zijn gestorven.
‘De resultaten moeten niet worden gezien als bewijs dat het nuttig is om aan te komen als je aan hartfalen lijdt of geen gezonde levensstijl hebt,’’ zegt hoofdauteur en postdoc aan het Zweedse Karolinska Institutet, Giulia Ferrannini.
Een Deens onderzoek heeft eerder de obesitasparadox ontkracht door te stellen dat de verhouding tussen taille en lengte veel nauwkeuriger is voor de verwachte prognose van mensen met hartfalen dan BMI-metingen.
Sterker nog, de officiële richtlijnen voor onderzoek naar overgewicht en obesitas raden ook aan om andere en aanvullende parameters te gebruiken naast BMI om inzicht te krijgen in de kans op hartziekten.