De onderzoekers analyseerden gegevens uit een grote en bekende biomedische database genaamd UK Biobank, die gezondheidsinformatie bevat van meer dan 500.000 mensen in de leeftijdscategorie 40 tot 70 jaar, verspreid over heel Groot-Brittannië.
Deelnemers die al hartproblemen hadden, waren uitgesloten.
Kleine verandering, groot verschil
Aan elke deelnemer werd gevraagd hoe vaak ze zout toevoegen aan hun maaltijden: nooit/zelden, soms, meestal of altijd.
Daarna werden de deelnemers 11 jaar lang gevolgd, en een van de bevindingen was dat de deelnemers die nooit zout aten, 18 procent minder kans hadden op een bepaald type hartritmestoornis, zogeheten boezemfibrilleren.
Ter vergelijking: de mensen die hun eten soms zoutten hadden 15 procent minder kans op de hartaandoening.
Volgens de onderzoekers laten de resultaten zien dat mensen die altijd zout in hun eten doen hun risico op hartproblemen mogelijk met 12 procent kunnen verminderen, als ze tenminste hun zoutconsumptie zo veranderen dat ze alleen nog maar ‘meestal’ de smaakmaker gebruiken.
Daarom moedigen de onderzoekers ons ook aan om maximaal 5 gram zout per dag te eten, zoals de officiële richtlijnen aanbevelen
Dit komt ongeveer overeen met 1 theelepel, en is inclusief het zout dat we binnenkrijgen uit bewerkte producten als vleeswaren, brood en kant-en-klaarmaaltijden.
Het onderzoek is alleen gepresenteerd op een internationaal hartcongres en heeft nog geen peer review ondergaan, wat deel uitmaakt van de kwaliteitsborging van wetenschappelijke onderzoeken.