Onderzoekers vergelijken tweelingen
Het onderzoek werd uitgevoerd door identieke tweelingen te vergelijken van wie de ene helft als kind een hersenschudding had gehad en de andere helft niet.
‘Door te kijken naar eeneiige tweelingen die dezelfde genen hebben en ook zijn blootgesteld aan veel van dezelfde dingen in het leven, ontdekten we dat de tweeling die een hersenschudding had opgelopen slechter presteerde op cognitieve tests en sneller mentaal achteruit ging dan de tweeling die nooit een hersenschudding had gehad,’ vertelt hoofdonderzoeker Marianne Chanti-Ketterl van de Duke University in North Carolina, VS.
Het team bestudeerde 8662 veteranen uit de Tweede Wereldoorlog, die allemaal aan het begin van het onderzoek een reeks cognitieve tests invulden. Op dat moment waren ze ongeveer 67 jaar oud. Vervolgens werden ze in de daaropvolgende 12 jaar tot drie keer opnieuw getest.
Bewusteloosheid maakt het erger
Bij aanvang was de gemiddelde score 32,5 van de 50 mogelijke punten. Ongeveer een kwart van de deelnemers had een hersenschudding opgelopen, wat bekendstaat als een traumatisch hersenletsel of TBI (traumatic brain injury).
De tweelingen die zo’n hersenletsel hadden opgelopen, presteerden slechter op tests op 70-jarige leeftijd, vooral als ze na het ongeluk bewusteloos waren geweest of ouder waren dan 24 ten tijde van het ongeluk. Er was ook bewijs van een versnelde mentale achteruitgang bij deze personen.
Aangezien de deelnemende tweelingstellen dezelfde genen hebben en ook samen zijn opgegroeid en dus veel dezelfde dingen hebben meegemaakt, zijn hersenschuddingen de variabele in de vergelijking die hen van elkaar scheidt.
Zelfs nadat de onderzoekers hadden gecorrigeerd voor andere factoren die mogelijk een rol spelen – zoals hoge bloeddruk, alcoholgebruik, roken en opleiding – waren de resultaten eenduidig.
Dezelfde trend bij sporters
De onderzoekers wijzen erop dat hun studie enkele zwakke punten heeft. Ze is bijvoorbeeld gebaseerd op de eigen verslagen van de deelnemers over hersenschuddingen, wat betekent dat er gevallen kunnen zijn van klappen op het hoofd die de persoon vergeten is of dat er gebeurtenissen verkeerd zijn weergegeven.
Als we echter naar de sportwereld kijken, zien we een soortgelijke correlatie tussen hoofdtrauma en hersenfuncties. Al in de jaren 1920 werden de eerste gevallen van zogeheten chronische traumatische encefalopathie (CTE) vastgesteld bij boksers. Vervolgens is geconstateerd dat deze aandoening ook voorkomt bij voetballers, rugbyspelers en verschillende contactsporters, die veel kans lopen op stoten en klappen op het hoofd.
In een onderzoek uit 2017 onder 111 Americanfootballspelers van de NFL (National Football League) werd ontdekt dat 99 procent van de deelnemers chronische traumatische encefalopathie had. Met andere woorden, de vele builen en kneuzingen die de spelers hadden opgelopen in hun sport, hadden geleid tot meetbaar cognitief verlies.