Shutterstock

Appel- of peervorm? Je lichaam verraadt het risico op voortijdig sterven

Een te hoog vetpercentage verhoogt het risico op voortijdig overlijden. Maar hoe het vet verdeeld is speelt ook een rol.

Overgewicht verkort het leven met 2 tot 4 jaar, maar een belangrijke factor is waar het vet zit.

Mensen hebben van nature verschillende lichaamsvormen. Wie het vet vooral om zijn middel heeft, wordt appelvormig genoemd, en wie het vooral op dijen en heupen opslaat, is peervormig.

Het grootste verschil tussen deze lichaamsvormen is:

  • ... bij de appelvorm zit het vet rond de organen.
  • ... bij de peervorm is het vet beter over het lichaam verdeeld.

Kort door de bocht gezegd is een appelvorm riskant, terwijl een peervorm gezonder is, ongeacht het gewicht. Zo luidt de conclusie van een onderzoek van de universiteit van Teheran in Iran.

Appelvorm kost jaren

De Iraanse metastudie vergeleek de conclusies van 72 eerdere onderzoeken met data van 2,5 miljoen mensen.

Het doel was om lichaamsvormen uit te drukken in cijfers, zoals de verhouding tussen heupen en dijen en middel- en dijomtrek, en die aan de sterfte te koppelen.

Volgens het Iraanse onderzoek stijgt het overlijdensrisico met 11 procent voor elke 10 centimeter extra buikomvang.

Mensen met meer vet op heupen en dijen dan de buik hebben juist een 18 procent lagere kans om te sterven voor elke 5 centimeter extra dijomtrek.

Vettype speelt grote rol

Het grote verschil in de sterfte hangt samen met het type vet.

  • Vet op de buik wordt orgaanvet genoemd.
  • Vet op dijen en heupen wordt onderhuids vet genoemd.

Wetenschappers weten al langer dat orgaanvet verreweg het gevaarlijkste is.

Volgens onderzoeken is dat vettype meer insulineresistent, wat de bloedsuikerspiegel verhoogt, en daarmee het risico op diabetes type 2.

Orgaanvet wordt ook in verband gebracht met een verhoogd ontstekingsrisico.

Andere experimenten toonden aan dat orgaanvet onder invloed van stress meer triglyceriden afgeeft aan het bloed dan onderhuids vet. Triglyceriden zijn vetten die worden geassocieerd met hart- en vaatziekten.

Omgekeerd neemt onderhuids vet triglyceriden op en voorkomt het dat ze zich ophopen in o.a. de lever, wat tot ziekten kan leiden.

De twee vettypen zijn zeer verschillend en zijn het gevolg van verschillende genen. Wetenschappers denken dat er bij sommigen minder plek is voor onderhuids vet, waardoor het vet wordt opgeslagen als orgaanvet.

De Iraanse studie onderstreept dat vet bloedsuiker opslaat als lipiden, vetten, die later als brandstof dienen en een grote rol spelen voor de eetlust.

Een bepaalde hoeveelheid vet is dan ook noodzakelijk, zolang het maar niet te veel wordt.

VETTE FEITEN:

  • Vetreserves zijn een soort bindweefsel dat onder de huid zit.
  • Elke vetcel is maar 0,1 mm in diameter en bijna de hele inhoud van de cel bestaat uit vet, gedeeltelijk in vloeibare vorm.
  • Hoe meer energierijke voedingsstoffen de vetcellen vanuit het bloed opnemen en tot vet omvormen, hoe groter de cel wordt.