Ze zijn nog nooit eerder goedgekeurd voor gebruik bij mensen. De zogeheten mRNA-vaccins zijn een nieuwe uitvinding, en begin 2020 was de weg naar een gebruiksklaar vaccin onoverzichtelijk lang.
Normaal zou het tot 15 jaar duren om zo’n vaccin te ontwikkelen, maar de onderzoekers kregen het in minder dan een jaar voor elkaar.
De nieuwe vaccins – waaronder die van BioNTech-Pfizer en Moderna – bestaan ​​uit mRNA-moleculen die genetische instructies bevatten om eiwitten van het coronavirus te bouwen.
Je cellen gebruiken de moleculen om viruseiwitten te vormen, waardoor je immuunsysteem het virus leert te herkennen – en je immuun wordt voor de ziekte.




RNA maakt je immuunsysteem gevechtsklaar
Een vaccin beschermt je tegen virussen doordat het je immuunsysteem leert het virus te herkennen en aan te vallen. Diverse nieuwe coronavaccins bereiken dit doel via de DNA-achtige stof RNA, die ervoor zorgt dat je cellen de eiwitten van het virus aanmaken.
1. Vetbolletjes leveren mRNA aan cellen
De onderzoekers maken mRNA (wit) met genetische instructies om het zogeheten spike-eiwit van het coronavirus te bouwen. Het RNA is verpakt in vetbolletjes (geel) en wordt in het lichaam gespoten. De vetbolletjes brengen het RNA vervolgens tot in de cellen.
2. Cellen bouwen viruseiwit
Je cellen gebruiken meestal mRNA – gemaakt op basis van de genen in je eigen DNA – om eiwitten te bouwen. Het vaccin gebruikt deze machinerie (geel) om spike-eiwitten (rode driehoekjes) te bouwen. Deze nieuwe eiwitten gaan de bloedbaan in.
3. Immuuncellen snijden eiwit in stukken
De spike-eiwitten worden opgenomen door de zogeheten antigeenpresenterende cellen (wit) van het immuunsysteem. Ze breken het eiwit af in kleine fragmenten die zich nestelen op de MHC-II-moleculen (grijs) op het oppervlak van de immuuncellen.
4. Immuunsysteem bereidt zich voor op een aanval
De T-helpercellen van het immuunsysteem (lichtgeel) hechten zich aan de fragmenten en activeren vervolgens andere immuuncellen (geel en groen) – inclusief de B-cellen, die antistoffen tegen het virus aanmaken, en T-killercellen, die besmette cellen doden.