Dat komt voornamelijk door twee redenen: ten eerste lijkt de muvariant de mogelijkheid te hebben om andere varianten voorbij te streven. Dit is gebleken in Colombia, waar het nu gaat om 39% van alle besmettingsgevallen, en in Ecuador, waar het tot nu toe gaat om 13%.
Ten tweede vermoedt de WHO dat de muvariant langs het afweersysteem van de vaccins kan glippen. De muvariant bevat een combinatie van mutaties die wetenschappers doet vrezen dat hij, net als de zogeheten bètavariant, minder gevoelig is voor vaccins.
Dat geldt met name voor de vaccins die gemaakt zijn met het zogeheten boodschapper-RNA.
Zij gebruiken een speciaal ontworpen boodschapper-RNA om onze cellen eiwitten te laten produceren die lijken op de eiwitten op het oppervlak van de virusdeeltjes. Daarna maakt ons immuunsysteem antistoffen tegen de eiwitten, zodat we erop voorbereid zijn als we echt met het virus in aanraking komen.
De vaccins van Pfizer-BioNTech en Moderna werken op deze manier.
De WHO benadrukt dat er verder onderzoek nodig is om vast te kunnen stellen of de muvariant beter resistent is tegen de vaccins dan andere varianten.
Tot nu toe zijn er in Europa alleen kleine uitbraken van de muvariant geweest, maar er zijn besmettingen gevonden in veel landen, waaronder Nederland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Spanje en Portugal.