Nick White wijst erop dat Afrikaanse malariamuggen in de jaren 1980 resistent begonnen te worden voor de toenmalige behandeling, die bestond uit het preparaat chloroquine.
In 2004 piekte het aantal gevallen van malaria in Afrika ten zuiden van de Sahara, en naar schatting kostte de chloroquineresistente malariamug aan 824.758 mensen het leven. Datzelfde jaar bezweken in Zuid- en Zuidoost-Azië ongeveer 100.000 mensen aan de ziekte.
En nu begint het mogelijk weer van voren af aan, deze keer vanuit Zuidoost-Azië, zo vrezen de onderzoekers.
Lege handen
Tot nu toe zijn er twee preparaten gebruikt in Zuidoost-Azië: het snelwerkende synthetische middel piperaquine en een middel dat daarnaast gedurende een langere periode moet worden ingenomen, didihydroartemisinine. Het laatste preparaat wordt gewonnen uit artemisinin, een concentraat van de zomeralsem.
Maar in 2008 stak er in Cambodja een variant van malaria de kop op die resistent was tegen deze dubbele cocktail. In 2013 werkte de malariabehandelingen in het westen van het land niet in 46 procent van de gevallen. En later was het in Laos, Vietnam en Thailand van hetzelfde laken een pak.
De onderzoekers baseren hun conclusies op gegevens over 1673 malariapatiënten uit 2008-2018, en ze luiden de noodklok: sinds 2013 is de situatie ernstig verslechterd.
Bij meer dan 80 procent van de gevallen van malaria in bepaalde delen van Cambodja, Vietnam, Laos en het noorden van Thailand, waar het onderzoek is verricht, gaat het om de multiresistente malariaparasiet.
En de artsen in die vier landen staan, in ieder geval voor nu, met lege handen.
In de gebieden in Zuid- en Zuidoost-Azië waar malaria heerst, lopen dan ook vrijwilligers rond met rookkanonnen in een wanhoopspoging om de ziekmakende muggen te doden.