Allergie ontstaat doordat het immuunsysteem te sterk reageert op stoffen die normaal geen kwaad kunnen – zoals pollen, haren van huisdieren, huisstofmijt, insectenbeten en bepaalde voedingsmiddelen.
Deze stoffen worden allergenen genoemd en veroorzaken allergische symptomen zoals hooikoorts, jeuk en astma.
In ernstige gevallen kan een allergie een gevaarlijke anafylactische reactie veroorzaken, waarbij ademhalingsproblemen en een dalende bloeddruk kunnen leiden tot flauwvallen en soms de dood.
Longen trekken zich samen door histamine
De symptomen ontstaan als het lichaam de antistof immunoglobuline E aanmaakt, die allergenen herkent.
Als die zich aan een allergeen hecht, zoals een stuifmeelkorrel, alarmeert het de mestcellen van het immuunsysteem, die de signaalstof histamine uitscheiden.
Die communiceert met zenuwen en spieren, en histamine kan o.a. de spieren in de longen zich laten samentrekken, wat kan leiden tot astma of anafylactische reacties.
Histamine wordt bestreden met antihistaminica, de meest gebruikte allergiemedicijnen.
Een overgevoelig immuunsysteem kan erfelijk zijn. Uit onderzoeken blijkt dat kinderen van ouders die beiden allergisch zijn, 50 tot 80 procent kans hebben op een allergie.
Is één ouder allergisch, dan is het risico 30 tot 50 procent, terwijl kinderen zonder allergische nauwe verwanten maar 12 procent kans hebben op een allergie.
12 procent is de kans dat een kind zonder allergische ouders een allergie ontwikkelt.