Naar aanleiding van meldingen van trombose bij mensen die waren gevaccineerd tegen corona, werd het gebruik van het AstraZeneca- en Janssen-vaccin opgeschort.
De bijwerking, die door wetenschappers VITT wordt genoemd, ontstaat doordat het immuunsysteem een fout maakt.
Het lastige voor de gezondheidsautoriteiten is dat de bijwerking weliswaar extreem zeldzaam is, maar wel zeer levensbedreigend. Daarnaast moeten ze rekening houden met het gevaar om coronavirus te krijgen als de vaccinatie wordt stopgezet.
In de meeste landen zijn de vaccins weer in gebruik genomen, maar in Denemarken en Noorwegen niet. Zuid-Afrika is alleen gestopt met AstraZeneca.
De keuze werd gemaakt op basis van een zorgvuldige risicobeoordeling, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de bijwerking, de risicogroepen en het ziektebeeld.
1. Wat is VITT?
VITT staat voor Vaccine-induced Immune Thrombosis and Thrombocytopenia en is een bijwerking van bepaalde coronavaccins die een laag aantal bloedplaatjes, bloedingen en bloedstolsels (trombose) veroorzaakt.
De bloedstolsels ontstaan vaak in complexe gebieden, zoals de grootste aderen in de hersenen en de buik.
Opvallend is dat de bloedstolsels optreden in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes, terwijl dit elkaar gewoonlijk uitsluit.
2. Hoe ontstaat VITT?
Bij VITT-patiënten is een verhoogd aantal antistoffen tegen het signaalmolecuul PF4 vastgesteld, dat er gewoonlijk voor zorgt dat bloedplaatjes zich aan elkaar hechten om het bloed te laten stollen. Paradoxaal genoeg kan de antistof deel uitmaken van een chemische cocktail die tot bloedstolsels kan leiden.
Welk mechanisme precies de samenklontering veroorzaakt bij VITT-patiënten, is onbekend. Maar VITT lijkt op een ander zeldzaam syndroom, dat voorkomt bij patiënten die het antistollingsmedicijn heparine krijgen.
Medicijnen veroorzaken storm in immuunsysteem
VITT wordt wel vergeleken met HITT, dat wordt veroorzaakt door het medicijn heparine. 0,3-1,6 procent van de mensen die heparine krijgen, ontwikkelt HITT.

Heparine hecht zich aan signaalstof
Een bloedplaatje (beige) zendt de signaalstof PF4 (groen) uit om andere bloedplaatjes ertoe aan te zetten het bloed te laten stollen. Heparine (oranje/rood) bindt zich aan PF4, waardoor het bloed niet stolt.

Antistoffen hechten zich aan complex
Bij sommige mensen reageren de immuuncellen (paars) op de gecombineerde moleculen, waarbij antistoffen (paarse Y’s) vrijkomen die zich ook aan het complex hechten.

Bloedplaatjes vormen stabiele klonters
PF4, heparine en antistoffen hechten zich aan bloedplaatjes en activeren deze, waardoor ze samenklonteren en bloedstolsels vormen – het tegenovergestelde van wat de behandeling zou moeten doen. Andere bloedplaatjes worden afgebroken, wat het lage aantal verklaart.
Er waren al gevallen bekend van mensen die na een virusinfectie of een knieprothese trombose opliepen die zich gedroeg als trombose door heparine, ook al hadden zij dit medicijn niet gekregen.
Onderzoekers denken dat het immuunsysteem de kettingreactie zelf in gang zet, wat ook wordt vermoed bij VITT.
3. Wie krijgen er VITT?
Tot nu toe lijken vrouwen de belangrijkste risicogroep voor VITT. Maar ook mannen worden getroffen.
Volgens cijfers uit Europa en Groot-Brittannië over het AstraZeneca-vaccin zijn de patiënten meestal:
- onder de 50 jaar (de oudste was 77)
- vrouw (twee derde)
Een klein aantal had andere risicofactoren voor het ontwikkelen van trombose.
Uit de eerste cijfers blijkt dat trombose door het Janssen-vaccin vaker vrouwen treft, maar experts verwachten dat de cijfers voor beide vaccins er ongeveer hetzelfde zullen uitzien.
Een groot probleem is dat we niet vooraf kunnen inschatten wie er risico loopt om VITT te krijgen.
Omdat VITT de wat jongere bevolking treft, die meestal niet erg ziek wordt van COVID-19, hebben meerdere landen het gebruik van de vaccins tijdelijk opgeschort.
Denemarken is helemaal gestopt met het gebruik van het AstraZeneca- en het Janssen-vaccin, omdat in de bevolkingsgroep die voornamelijk door VITT getroffen wordt de kans op trombose door vaccinatie groter is dan de kans om te overlijden aan corona.
Een vijfde tot een derde van de mensen die VITT krijgen, overlijdt.

Autoriteiten zijn het oneens over gevaar van VITT
De gezondheidsautoriteiten baseren hun beoordeling op enigszins verschillende cijfers. De ramingen zijn erg onzeker.
EU
AstraZeneca: 3,44 op de 1.000.000
Janssen: 0,88 op de 1.000.000
Groot-Brittannië
AstraZeneca: 10,5 op de 1.000.000
Janssen: wordt niet gebruikt.
VS
AstraZeneca: wordt niet gebruikt.
Janssen: 1,13 op de 1.000.000

Pas op als je na vaccinatie tegen corona kleine onderhuidse bloedingen krijgt.
4. Wat zijn de symptomen van VITT?
De symptomen van VITT ontstaan 3 tot 30 dagen na de vaccinatie. Als er een laag aantal bloedplaatjes wordt vastgesteld bij iemand die recent een prik heeft gehad, kan dit een teken zijn van beginnende VITT.
Gelukkig is VITT als de symptomen tijdig worden opgemerkt behandelbaar met antistoffen van bloeddonoren en de juiste bloedverdunners.