De vierde patiënt – een 25-jarige Amerikaan – had echter ernstiger symptomen dan de eerste keer. Als dit bij de meesten het geval is, dan kent de immuniteit zijn grenzen.
Wetenschappers schetsen twee scenario’s
De immuunrespons verschilt van persoon tot persoon. De beschreven gevallen wijzen op twee scenaio’s voor patiënten die voor een tweede keer besmet raken met het coronavirus:
1. Het lichaam wordt immuun
Na besmetting met SARS-CoV-2 maken sommige patiënten veel antistoffen aan. Bovendien maakt het lichaam immuuncellen – bijvoorbeeld T-cellen – aan, die COVID-19 kunnen bestrijden. Immuniteit betekent niet automatisch dat iemand niet nog een keer besmet kan raken, maar dankzij de antistoffen en T-cellen zijn de symptomen waarschijnlijk mild van aard.
2. Het lichaam wordt niet immuun
Aangezien het lichaam niet veel antistoffen heeft aangemaakt – omdat het immuunsysteem het virus zonder deze stoffen heeft bestreden of omdat het virus snel muteert – is het lichaam niet beschermd tegen herbesmetting. In het ergste geval kan een tweede besmetting leiden tot ergere ziekteverschijnselen, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij denguekoorts.
De epidemiologen die de herbesmette patiënten hebben onderzocht, denken dat herbesmetting alleen in bepaalde gevallen kan voorkomen. De Nederlandse patiënt had bijvoorbeeld een slecht immuunsysteem.
Vaccins worden steeds effectiever
Herbesmetting heeft een enorme invloed op de ruim 140 vaccins die momenteel worden ontwikkeld. Deze vaccins zullen worden ingezet om groepsimmuniteit te realiseren, maar hun verwachte werking wordt niet direct bedreigd door de vier besmettingsgevallen.
Een vaccin zorgt normaliter voor een veel betere immuunrespons dan een eerdere besmetting.
Bovendien moet een effectief vaccin na verloop van tijd worden aangepast, vanwege de mutaties van een virus. Sommige experts denken dat de vaccins die nu worden ontwikkeld, maximaal vijf jaar bescherming bieden.
Video: Zo werkt groepsimmuniteit