Shutterstock

Verwijderde blindedarm verhoogt toch het risico op parkinson

Over de rol van de blindedarm bij de ontwikkeling van parkinson zijn de laatste jaren uiteenlopende dingen gezegd. Het grootste onderzoek tot nog toe lijkt echter aan te geven dat mensen bij wie de blindedarm is verwijderd, een verhoogde kans hebben op de ziekte.

Onderzoekers vermoeden al langer dat de ziekte van Parkinson, die de bewegingscentra van de hersenen aantast, ontstaat in het spijsverteringsstelsel, en dat de blindedarm daarbij een belangrijke rol speelt.

Over de vraag welke rol de blindedarm speelt, lopen de meningen echter uiteen.

In het najaar van 2018 toonde een onderzoek van het Van Andal Institute uit Michigan aan dat het risico om parkinson te ontwikkelen 20 procent lager was bij mensen bij wie op jonge leeftijd de blindedarm is weggehaald.

Maar nu wijst een onderzoek van de Case Western Reserve University en het University Hospitals Cleveland Medical Center op het tegenovergestelde.

Resultaten wijzen op drie keer zo hoog risico

Op basis van gegevens van 62 miljoen Amerikanen toont het meest recente onderzoek dat 0,9 procent van de mensen bij wie de blindedarm was verwijderd, parkinson ontwikkelde, terwijl dat slechts 0,3 procent was bij degenen die hun blindedarm nog hadden.

Dat geeft dus aan dat de kans op de ziekte van Parkinson drie keer zo groot is als je blindedarm is verwijderd.

De onderzoekers benadrukken echter dat de resultaten niet aantonen dat het verwijderen van de blindedarm parkinson veroorzaakt, maar alleen dat er een verband is tussen een verwijderde blindedarm en de ontwikkeling van parkinson.

Samengeklonterde eiwitten kunnen zenuwcellen beschadigen

De reden dat er zo veel onderzoek wordt gedaan naar het verband tussen de blindedarm en parkinson, is het eiwit alfa-synucleïne. De precieze functie van dit eiwit is nog niet bekend, maar uit onderzoeken blijkt dat het de neiging heeft om zich op te vouwen, waardoor het samenklontert.

In die vorm kan het zenuwcellen in de bewegingscentra van de hersenen aantasten, wat leidt tot de trillingen die zo kenmerkend zijn voor de ziekte van Parkinson.

De samengeklonterde eiwitten zijn aangetroffen in de hersenen van parkinsonpatiënten, en komen ook voor in de blindedarm van gezonde mensen.

Proteinet alfa-synuclein findes i raske blindtarme og i hjernen på parkinsonspatienter

Samengeklonterde eiwitten (rood) komen in de blindedarm van gezonde mensen en in de hersenen van parkinsonpatiënten voor.

Theorie: Door verwijderen blindedarm kan eiwit vrijkomen

Het verband tussen een verwijderde blindedarm en parkinson is nog niet duidelijk, maar een van de theorieën is dat alfa-synucleïne door het verwijderen van de blindedarm mogelijk wordt vrijgegeven in de darmen, waarna de eiwitten zich naar de hersenen kunnen verspreiden.

Een Deens onderzoek van de universiteit van Aarhus toonde die verspreiding recent aan door alfa-synucleïne rechtstreeks in de dunne darm van muizen te injecteren. Binnen twee maanden had het eiwit via het zenuwstelsel de hersenen, het hart en het ruggenmerg van de muizen bereikt, en hier werden dezelfde beschadigde structuren waargenomen als bij parkinsonpatiënten.

Volgens de Deense onderzoekers kunnen de resultaten leiden tot een beter begrip van de ontwikkeling van parkinson, en zo op termijn tot een betere behandeling.

Op dit moment is de ziekte van Parkinson, waaraan wereldwijd circa 10 miljoen mensen lijden, ongeneeslijk.