De eerste golf van de Spaanse griep in de zomer van 1918 was niet veel erger dan een gewone griep. De sterfte lag rond de 0,5%. Dat betekent dat een op de 200 gevallen dodelijk was.
Toen de ziekte in september dat jaar terugkeerde, was ze echter een stuk dodelijker. De sterfte vervijfvoudigde: een op de 40 patiënten kon het niet navertellen. Lijkenhuizen en begraafplaatsen in de zwaarst getroffen gebieden konden de toestroom eenvoudigweg niet aan.

Het sterftecijfer van de pandemie – hier weergegeven voor Groot-Brittannië – steeg van 5 naar 25 per 1000 inwoners toen de Spaanse ziekte in de herfst van 1918 terugkeerde. Bron: CDC
Gemuteerde griep waarde rond
Sindsdien vragen wetenschappers zich af wat die tweede golf precies zo dodelijk maakte. En nu het coronavirus de wereld in zijn greep houdt, is die vraag weer erg actueel.
In totaal bezweken er zo’n 50 miljoen mensen aan de Spaanse griep. De wereldbevolking was toen een kwart van de huidige. De ziekte werd veroorzaakt door het griepvirus H1N1, ook bekend als de varkensgriep.
COVID-19 is geen griep, maar een coronavirus. Toch zijn wetenschappers bang dat ook dit virus in een dodelijker variant kan terugkeren als het muteert, zoals vermoedelijk gebeurde met H1N1 in 1918.
Tijdens een onderzoek dat nog niet peer reviewed is, toonden Chinese wetenschappers aan dat er al zeker 30 genetisch verschillende varianten van het coronavirus zijn ontstaan door mutaties, maar dat lijkt vooralsnog geen effect te hebben op de besmettelijkheid of de sterfte.
Immuunsysteem keerde zich tegen gezonde mensen
De gemuteerde vorm van de Spaanse griep maakte net als andere griepvarianten vooral slachtoffers onder de jongsten en de oudsten, maar ook veel gezonde mensen in de 20, 30 en 40 bezweken eraan.
Dat was mogelijk deels te wijten aan een zogeheten cytokinestorm.

Een noodhospitaal in Funston, Kansas, tijdens de uitbraak van de Spaanse griep in 1918.
Cytokinen zijn signaaleiwitten die de reactie van het immuunsysteem reguleren door onder meer verschillende typen witte bloedlichaampjes te activeren. Sommige door cytokine geactiveerde cellen produceren echter zelf meer cytokinen. Zo kan er een zelfversterkend effect ontstaan, dat tot een hevige ontstekingsreactie leidt. Hierdoor raakt het lichaam in shock of vallen organen uit, en uiteindelijk overlijdt de patiënt.
Om erachter te komen of een cytokinestorm een van de oorzaken van de hoge sterfte van de tweede golf van de Spaanse griep was, besmetten onderzoekers in 2005 een groep makaken met het virus. De resultaten logen er niet om: het afweersysteem van de apen sloeg op hol, en binnen een paar dagen waren ze dood.
100 jaar maakt een groot verschil
Het is nog niet bekend of COVID-19 tot een cytokinestorm kan leiden, maar de eerste onderzoeken wijzen er wel op.
Vandaag de dag kunnen artsen echter de reactie van het immuunsysteem dempen. Die mogelijkheid bestond niet in 1918.
Bovendien weten we nu hoe virussen overgedragen worden. Tijdens de Spaanse griep werden veel zieken op een kluitje gelegd in provisorische ziekenhuizen en had het personeel geen beschermingsmiddelen. De ziekte tierde ook welig in kazernes, waar het personeel dicht op elkaar leefde.
Het is dan ook niet waarschijnlijk dat de sterfte van COVID-19 plotseling de pan uit rijst zoals 100 jaar geleden.
We moeten ons echter wel degelijk zorgen maken over een tweede golf van COVID-19. Om het virus goed te kunnen terugdringen, moet er sprake zijn van groepsimmuniteit. Daarvoor is het vermoedelijk nodig dat meer dan 70% van de bevolking er weerstand tegen heeft opgebouwd. En zo ver zijn we nog lang niet.