Schizofrenie is erfelijker dan gedacht
Uit de grootste studie van de oorzaken van schizofrenie ooit blijkt dat deze ernstige psychische aandoening in 79 procent van de gevallen genetisch is bepaald.

79 procent van de mensen met schizofrenie heeft de ziekte van zijn ouders geërfd, blijkt uit een nieuw, groot onderzoek.
Vier op de vijf gevallen van schizofrenie zijn te herleiden tot genen die zijn overgeërfd. Dat blijkt uit een nieuw, zeer uitgebreid onderzoek van de universiteit van Kopenhagen, dat onlangs is gepubliceerd in Biological Psychiatry.
De onderzoekers vergeleken eeneiige en twee-eiige tweelingen, en ontdekten dat schizofrenie veel vaker bij beide tweelingbroers of -zussen voorkomt als het gaat om een eeneiige tweeling.
Eeneiige tweelingen hebben 100 procent dezelfde genetische aanleg, terwijl dat bij twee-eiige slechts zo’n 50 procent is.
Enorm onderzoek naar tweelingen
Het lastige van onderzoek bij tweelingen is dat er meestal onvoldoende data beschikbaar zijn. Kleinere studies uit Zweden en Finland lieten al een verband zien tussen schizofrenie en DNA.
In Denemarken bestaat echter een register van alle tweelingen die sinds 1870 zijn geboren.
Informatie van bijna 32.000 tweelingen die tussen 1951 en 2000 zijn geboren, werd gekruist met gegevens uit het centrale psychiatrische register. Het resultaat was duidelijk: in 79 procent van de gevallen is schizofrenie te herleiden tot de genen.
Schizofrenie is niet één ziekte
Een van de zwakke punten van dit type onderzoek is dat schizofrenie niet één vastomlijnde ziekte is, maar een symptoombeeld. En er zijn intussen diverse symptoombeelden geïdentificeerd, die behoorlijk uiteenlopen.
Zo is ontdekt dat schizofrenie vaak wordt veroorzaakt door een onbalans in de dopaminehuishouding. Dopamine is een signaalstof in de hersenen, die een rol speelt bij de motivatie.
Bij sommige mensen met schizofrenie is de dopaminehuishouding echter in orde, maar worden de symptomen door andere signaalstoffen veroorzaakt. En hoewel de symptomen op elkaar lijken, verschillen ze toch vrij sterk. Dat maakt de definitie en behandeling van de ziekte complex.
Mogelijkheid voor betere behandeling
Daarom herhaalden de onderzoekers de studie met een breder psychosespectrum. Dat wil zeggen dat ze nu ook mensen meenamen die een aantal symptomen gemeen hebben met schizofreniepatiënten, maar niet zijn gediagnosticeerd.
Het resultaat was vrijwel gelijk: 73 procent van de gevallen was genetisch bepaald.
De uitkomst baant de weg voor onderzoek naar de genen die de ziekte veroorzaken, waardoor in de toekomst hopelijk betere behandelingen mogelijk zijn.