Als het coronavirus op een bepaald moment een comeback maakt in een tweede golf, kan het riool de eerste plek zijn waar de alarmbellen gaan rinkelen.
Dat is de conclusie van een proef die is gepresenteerd in een nog niet collegiaal getoetst onderzoek uit Parijs, waarin onderzoekers sporen van erfelijk materiaal – RNA – van het coronavirus aantroffen in monsters uit rioolwater.
De monsters toonden een toename in de coronaconcentratie in het afvalwater aan in een patroon dat vrij goed overeenkwam met de officieel geregistreerde besmettingen.
De onderzoekers troffen het corona-RNA enkele dagen voordat in Parijs de eerste sterfgevallen plaatsvonden al in het afvalwater aan. Daarom hopen ze dat het mogelijk wordt om afvalwatermetingen te gebruiken als middel om vroegtijdig te waarschuwen.
Aantal besmettingen was af te lezen aan rioolwater
Eerdere onderzoeken hadden al aangetoond dat het afvalwater resten van RNA van het coronavirus bevat, maar het nieuwe onderzoek demonstreert een interessante methode om dit gegeven in te zetten.
Een maand lang bestudeerden de onderzoekers twee keer per week monsters van vijf locaties in Parijs. De concentratie van het coronavirus in de monsters werd onderzocht met een zogeheten PCR-test.

Met de PCR-test worden monsters getest door een groot aantal kopieën te maken van een bepaald segment van bijvoorbeeld het RNA van het virus, dat vervolgens door meetinstrumenten kan worden geregistreerd.
Hoe hoger de concentratie van het coronavirus in het rioolwater, hoe meer mensen er waren besmet.
De onderzoekers namen voorafgaand aan de stijging van het aantal ziekenhuisopnamen een duidelijke stijging in de coronaconcentratie waar – en een afname nadat de stad op slot was gegaan.
Riool kan waarschuwingssysteem worden
De bestaande curven van de ontwikkeling van de verspreiding zijn gebaseerd op computermodellen, maar de rioolwatermonsters kunnen potentieel een accurater beeld geven van de verspreiding in de beginfase van een epidemie. Cruciaal hierbij is dat de rioolmonsters ook RNA bevatten van besmette mensen die geen klachten hebben – dat is waarschijlnijk circa 25 procent van de gevallen.
De rioolmetingen zullen alleen maar beter worden naarmate de onderzoekers erachter komen hoeveel RNA van het coronavirus precies wordt afgescheiden in de ontlasting en hoe groot de ‘footprint’ van één besmette persoon is in een bepaalde hoeveelheid afvalwater.
Een groot aantal landen, waaronder Nederland en Australië, zijn op dit moment bezig met de ontwikkeling van de riooltest.
Als die effectief blijkt, kan dat veel voordelen hebben. Niet alleen kunnen rioolwatermonsters een breed deel van de bevolking op discrete wijze testen, ze kunnen ook vaststellen waar en wanneer er een uitbraak dreigt, zodat de gezondheidsautoriteiten de besmettingsketen beter kunnen opsporen en doorbreken.
De onderzoekers denken dat ze in de toekomst een stijging tot op postcodeniveau nauwkeurig kunnen registreren.
Het afvalwater verspreidt het coronavirus overigens niet, want het virus wordt buiten het lichaam snel afgebroken en verliest onder andere de inkapseling die het in staat stelt menselijke cellen te infecteren.