Parkinsonpatiënten worden geplaagd door trillen, stijfheid en trage bewegingen, veroorzaakt door een tekort aan de neurotransmitter dopamine.
De stof wordt geproduceerd door de zogeheten zwarte stof in het centrum van de hersenen.
Maar bij parkinsonpatiënten hoopt het eiwit alfa-synucleïne zich op in de zwarte stof, waar het de dopamineproductie vertraagt. Niemand weet precies waarom dit gebeurt.
De diagnose wordt gewoonlijk pas gesteld wanneer de ziekte ernstig invaliderend is, en meestal alleen op basis van de symptomen.
Alfa-synucleïne kan parkinson in een vroeg stadium verraden, maar daarvoor is momenteel een ruggenmergpunctie nodig, wat een vrij ingrijpende procedure is.
De onderzoekers van de Medizinische Universität Innsbruck waren op zoek naar een mildere diagnostische methode. Parkinsonpatiënten hebben vaak een verminderd reukvermogen in de vroege stadia van de ziekte, wat de onderzoekers ertoe bracht na te gaan of het eiwit in de neus kan worden gedetecteerd.
Daarop onderzochten ze proefpersonen die mogelijk parkinson in een vroeg stadium hebben, en bij circa 44 procent van hen vonden ze het defecte eiwit met een neustest.
Dit betekent dat de test kan worden gebruikt als een eerste screening vóór verder onderzoek.